Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 21 juli 2016 in de zaak tussen
Gasunie Grid Services b.v., gevestigd te Groningen, eiseres,
het college van Gedeputeerde Staten van Fryslân, verweerder,
Procesverloop
.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 21 juli 2016 uitspraak gedaan in het geschil tussen Gasunie Grid Services b.v. en het college van Gedeputeerde Staten van Fryslân. Gasunie Grid Services, rechtsopvolger van Gasunie Transport Services b.v., had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van een ontheffing voor het hebben van een gasleiding, gelegen tussen hectometerpunt 41.600 en 41.800, op basis van de Wegenverordening provincie Fryslân. De ontheffing was ingetrokken met ingang van 1 december 2016, omdat de aanleg van de Centrale As, een wegverbinding die het bestaande wegennetwerk moet ontlasten, mitigerende maatregelen vereiste die de diepte van de gasleiding beïnvloedden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de intrekking van de ontheffing niet gerechtvaardigd was op basis van verkeersbelangen, zoals door verweerder werd gesteld. De rechtbank oordeelde dat de intrekking van de ontheffing voornamelijk een natuurbelang diende, namelijk de aanleg van een natte ecologische verbindingszone, en dat deze belangen beschermd worden onder andere door de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. De rechtbank concludeerde dat de Wegenverordening in dit geval geen bevoegdheid bood voor de intrekking van de ontheffing.
Daarom verklaarde de rechtbank het beroep van Gasunie Grid Services gegrond, vernietigde het bestreden besluit en herstelde de ontheffing. Tevens werd bepaald dat het college van Gedeputeerde Staten van Fryslân het betaalde griffierecht moest vergoeden en dat de proceskosten aan eiseres moesten worden vergoed. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 21 juli 2016.