ECLI:NL:RBNNE:2016:3282
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom wegens constructieve gebreken van de woning en de gevolgen van aardbevingsschade
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 8 juli 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M.J. Blokzijl, had beroep ingesteld tegen een besluit van de gemeente dat hem een tweetal lasten onder dwangsom oplegde vanwege constructieve gebreken aan zijn woning, gelegen aan de Schepperbuurt 14 in Termunterzijl. De gemeente had op basis van rapportages van ingenieursbureau ARUP en gemeentelijke inspecteurs geconcludeerd dat de woning niet voldeed aan de veiligheidsnormen en had de eiser verzocht de woning te verlaten. De rechtbank oordeelde dat de handhaving van de last onder dwangsom een inmenging vormde in het recht op respect voor privéleven, zoals beschermd door artikel 8 van het EVRM. De rechtbank stelde vast dat de last onder dwangsom deels onterecht was, omdat de eiser en zijn echtgenote de woning al hadden verlaten. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gedeeltelijk gegrond, vernietigde het bestreden besluit voor zover het de last onder dwangsom betrof, en herroepte het primaire besluit van 22 januari 2015 in dat opzicht. De gemeente werd veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 1.972,-- werden begroot, en diende ook het griffierecht van € 167,-- te vergoeden.