1.2.Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten heeft verweerder bij het bestreden besluit een vijftal lasten onder dwangsom aan derde-belanghebbende opgelegd. Daarbij is derde-belanghebbende gelast om:
1. herhaling van overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, sub 2 en 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) met betrekking tot de werking van de actieve kooldosering tijdens normaal bedrijf te voorkomen. Derde- belanghebbende dient er voor te zorgen dat niet nogmaals de actief kooldosering buiten werking is, terwijl afvalstoffen worden verbrand;
2. herhaling van overtreding van artikel 5.26, tweede lid, van het Activiteitenbesluit te voorkomen;
3. herhaling van overtreding van artikel 17.5e van de Wet milieubeheer (Wm) te voorkomen. Derde-belanghebbende dient er voor te zorgen dat handelingen in strijd met de omgevingsvergunning, het Activiteitenbesluit Wm en de Activiteitenregeling Wm, met mogelijke effecten voortaan zo spoedig mogelijk na ontdekking ervan worden gemeld bij het Milieualarmnummer;
4. herhaling van overtreding van artikel 5.26, derde lid, van het Activiteitenbesluit te voorkomen. Derde-belanghebbende dient er voor te zorgen dat de emissie-eisen die gelden tijdens storingen niet nogmaals worden overschreden;
5. maatregelen te nemen waardoor de stofemissie voldoende betrouwbaar gemeten kan worden en wordt voldaan aan artikel 5.29, eerste lid, van het Activiteitenbesluit en artikel 5.10 van de Activiteitenregeling.
1. Elke keer dat verweerder constateert dat derde-belanghebbende niet aan deze last voldoet, verbeurt derde-belanghebbende een dwangsom van € 10.000,-- per keer, met een maximum van € 100.000,--;
2. Elke keer dat verweerder constateert dat derde-belanghebbende niet aan deze last voldoet, verbeurt derde-belanghebbende een dwangsom van € 20.000,-- per keer, met een maximum van € 200.000,--;
3. Elke keer dat verweerder constateert dat derde-belanghebbende niet aan deze last voldoet, verbeurt derde-belanghebbende een dwangsom van € 2.500,-- per keer, met een maximum van € 15.000,--;
4. Elke keer dat verweerder constateert dat derde-belanghebbende niet aan deze last voldoet, verbeurt derde-belanghebbende een dwangsom van € 20.000,-- per keer, met een maximum van € 200.000,--. Hierbij geldt een maximaal te verbeuren bedrag van € 20.000,-- per storing;
5. Voor elke maand dat verweerder constateert dat derde-belanghebbende niet aan deze last voldoet, verbeurt derde-belanghebbende een dwangsom van € 20.000,--, met een maximum van € 100.000,--.
Begunstigingstermijn
Het betreffen lasten onder dwangsom waarmee wordt beoogd herhaling van overtredingen te voorkomen. Een begunstigingstermijn is daarom niet van toepassing. Derde-belanghebbende dient de lasten genoemd onder 1., 2., 3. en 4. per direct op te volgen.
Met betrekking tot last 5. geldt dat derde-belanghebbende ervoor dient te zorgen dat binnen twee maanden na de verzenddatum van het bestreden besluit aan de last is voldaan.