Uitspraak
Tenlastelegging
Bewijsvraag
Strafbaarheid van het feit
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Rechtbank Noord-Nederland
Op 15 februari 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met een medeverdachte een gewapende overval heeft gepleegd op een cafetaria in Groningen. De overval vond plaats op 1 oktober 2014, waarbij de verdachten onder bedreiging met een mes twee medewerksters dwongen om een kassalade met daarin € 462,00 af te geven. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de verdachten tegenover een informant van de politie rechtmatig waren verkregen en bruikbaar voor het bewijs. De verdachte werd veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van achttien maanden. De rechtbank overwoog dat de feiten ernstige gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers hebben veroorzaakt en dat de verdachte eerder was veroordeeld voor vergelijkbare feiten. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte, maar oordeelde dat een aanzienlijke gevangenisstraf gerechtvaardigd was. De rechtbank verklaarde het onder A ten laste gelegde bewezen en sprak de verdachte vrij van het overige.