Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[vergunninghouder], te Groningen (gemachtigde: mr. W.R. van der Velde).
Rechtbank Noord-Nederland
Op 15 april 2016 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen de verleende omgevingsvergunning voor het ombouwen van het Bethesda-gebouw aan de Noorderbuitensingel 12/12A te Groningen naar 25 appartementen. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van 4 februari 2016, waarin de vergunning werd verleend. Tijdens de zitting op 8 april 2016 zijn de verzoekers en hun gemachtigden verschenen, evenals de vertegenwoordigers van de gemeente en de vergunninghouder.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat verzoekers een spoedeisend belang hebben, omdat de vergunninghouder reeds gebruik maakt van de omgevingsvergunning. De rechter heeft de juridische kaders van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in acht genomen. De voorzieningenrechter concludeert dat de vergunning niet in strijd is met het bestemmingsplan en dat de stellingen van verzoekers over het woningsplitsingsverbod en de kwalificatie van het Bethesda-gebouw als bijbehorend bouwwerk niet opgaan. De rechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van strijd met het Bouwbesluit en dat de vergunninghouder zich aan de geldende eisen houdt.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de verzoeken tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen gronden zijn om de omgevingsvergunning te weigeren. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.