In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 januari 2016 uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker, die als gemachtigde van Atlantis Crew Management Ltd optreedt, heeft op 5 januari 2016 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. P.G. Wijtsma, rechter in de afdeling bestuursrecht. Dit verzoek is ingediend naar aanleiding van een oproeping waarin melding werd gemaakt van de rechtsvragen die ter zitting behandeld zouden worden. Verzoeker was van mening dat deze melding de schijn van partijdigheid wekte en dat de rechter niet onpartijdig kon zijn.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking behandeld op 19 januari 2016, waarbij verzoeker niet aanwezig was. De rechter, mr. P.G. Wijtsma, heeft aangegeven niet in de wraking te berusten. De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank stelt vast dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt verondersteld onpartijdig te zijn en dat het aan verzoeker is om bijzondere omstandigheden aan te tonen die deze veronderstelling kunnen weerleggen.
De rechtbank concludeert dat de voorafgaande melding van de rechter over de te behandelen kwesties geen ongebruikelijke gang van zaken is en niet impliceert dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. De rechtbank wijst het verzoek tot wraking af en bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak (zaaknummer LEE 15/4741) wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.