ECLI:NL:RBNNE:2016:1334
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen faillissement op eigen aanvraag en misbruik van bevoegdheid
In deze zaak heeft mr. C. Geffroy, als curator, verzet aangetekend tegen de faillissementsverklaringen van twee besloten vennootschappen, die op 7 juli 2015 door de rechtbank zijn uitgesproken. Het verzet is ingediend op 15 juli 2015, met als doel de faillissementen te vernietigen. De mondelinge behandeling vond plaats op 30 juli 2015, waarbij mr. Geffroy en zijn advocaat, mr. Y.H. Talstra, aanwezig waren, evenals de bestuurders van de schuldenaren. De rechtbank heeft de beslissing op het verzet aangehouden in afwachting van prejudiciële vragen die aan de Hoge Raad waren voorgelegd.
Op 18 december 2015 heeft de Hoge Raad geoordeeld over de positie van de curator en het belang van de curator in zijn hoedanigheid. Mr. Geffroy heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat de schuldenaren geen activa bezitten en dat er geen aanleiding is om te verwachten dat er nog activa gegenereerd zullen worden. Hij heeft aangevoerd dat de faillissementsaanvragen zijn gedaan onder druk van de Rabobank, en dat er sprake is van misbruik van bevoegdheid.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het verzet gegrond is en heeft de faillissementsverklaringen vernietigd. Tevens heeft de rechtbank geoordeeld dat mr. Geffroy niet ontvankelijk is in zijn vordering tot veroordeling van de bestuurders in de kosten, omdat zij geen partij zijn in de procedure. De rechtbank heeft het salaris van de curator vastgesteld en het meer of anders gevorderde afgewezen.