ECLI:NL:RBNNE:2016:1327

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 januari 2016
Publicatiedatum
25 maart 2016
Zaaknummer
C18/163877/PR RK 15-692
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechter wegens vermeende gebrek aan dossierkennis en intimidatie tijdens rolzitting

In deze zaak heeft verzoekster op 29 december 2015 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. C. van den Noort, rechter in de afdeling privaatrecht van de Rechtbank Noord-Nederland. Dit verzoek volgde op een rolzitting die op 23 december 2015 had plaatsgevonden in de procedure met zaaknummer 4461533 CV EXPL 15-12361, waarbij verzoekster als partij betrokken was. Tijdens deze rolzitting stelde verzoekster dat de rechter geen dossierkennis had, wat haar onpartijdigheid in twijfel trok. De rechter heeft echter aangegeven niet in de wraking te berusten en heeft zijn visie op de gang van zaken gegeven in een brief van 12 januari 2016.

De wrakingskamer heeft het verzoek op 19 januari 2016 behandeld, waarbij verzoekster en de rechter aanwezig waren. Hoist Kredit AB, de andere partij in de hoofdprocedure, was niet verschenen. De rechtbank heeft overwogen dat de rolzitting een andere functie heeft dan een inhoudelijke zitting, waarbij de rolrechter niet noodzakelijkerwijs volledige dossierkennis hoeft te hebben. De rechtbank heeft ook de beschuldigingen van intimidatie door de rechter tijdens de rolzitting onderzocht, maar heeft geconcludeerd dat niet is aangetoond dat de zitting is verlopen zoals verzoekster heeft geschetst.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar hebben gebracht. Het verzoek tot wraking is afgewezen, en de procedure in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
zaaknummer: C/18/163877/PR RK 15/692

beslissing van de meervoudige kamer van 26 januari 2016

op het verzoek van
[naam] , te [woonplaats] , verzoekster
tot wraking van

mr. C. van den Noort, rechter.

Procesverloop

Bij brief, door de rechtbank ontvangen op 29 december 2015, heeft verzoekster een verzoek ingediend tot wraking van mr. C. van den Noort, rechter in de afdeling privaatrecht van deze rechtbank, in de procedure met zaaknummer 4461533 CV EXPL 15-12361, waarbij verzoekster als partij is betrokken.
Bij brief van 12 januari 2016 heeft de rechter medegedeeld niet in de wraking te berusten.
Het verzoek is ter zitting van 19 januari 2016 door de wrakingskamer behandeld.
Verzoekster is verschenen.
De rechter is verschenen.
Hoist Kredit AB, de andere partij in hoofdprocedure, is niet verschenen.

Overwegingen

1. Ingevolge artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2. De rechtbank stelt voorop dat als maatstaf heeft te gelden dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt verondersteld onpartijdig te zijn en dat het aan verzoeker is om aannemelijk te maken dat zich bijzondere omstandigheden voordoen die een uitzondering op deze veronderstelling rechtvaardigen. De rechtbank ontleent deze maatstaf aan het arrest van de Hoge Raad van 24 oktober 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZD0257, NJ 1996, 484.
3.1.
Verzoekster heeft naar voren gebracht dat op de zitting van 23 december 2015 bleek dat de rechter geen dossierkennis had.
3.2.
Daargelaten de vraag in hoeverre de rechter op de zitting van 23 december 2015 kennis had van de inhoud van het dossier, overweegt de rechtbank het volgende.
De zitting van 23 december 2015 was een rolzitting. Op een dergelijke zitting worden partijen onder andere in de gelegenheid gesteld conclusies in te dienen. De taak van de rolrechter is om de verschenen partijen de gelegenheid te geven hun standpunten naar voren te brengen en om procedurele beslissingen te nemen. Deze taak vergt niet dat de rolrechter volledige inhoudelijke kennis heeft van het dossier. Reeds daarom kan de grond van verzoekster niet tot toewijzing van het verzoek leiden.
4.1.
Verzoekster heeft gesteld dat de rechter haar op de zitting van 23 december 2015
heeft geïntimideerd. Tegen haar is gezegd, aldus verzoekster, dat, als zij niet haar mond zou houden, de zaak behandeld zou worden als ware zij niet verschenen.
4.2.
De rechter heeft weersproken dat de zitting een verloop heeft gehad zoals verzoekster stelt. In zijn reactie van 12 januari 2016 heeft de rechter zijn beschrijving van de gang van zaken gegeven.
4.3.
De rechtbank overweegt dat niet vast is komen te staan dat de zitting is verlopen op de wijze zoals door verzoekster is geschetst. Het is daarom niet gebleken dat de rechter verzoekster tegemoet is getreden op een wijze die zich niet verdraagt met zijn taak als rolrechter. Ook de tweede grond kan daarom niet tot toewijzing van het verzoek leiden.
5. Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat niet aannemelijk is geworden dat er zich in de procedure 4461533 CV EXPL 15-12361 feiten of omstandigheden hebben voorgedaan waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou hebben kunnen geleden.

Beslissing

De rechtbank:
  • wijst het verzoek af;
  • bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak (met zaaknummer 4461533 CV EXPL 15-12361) wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking;
  • beveelt de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoekster,
aan de rechter en aan Hoist Kredit AB.
Aldus gegeven door mr. P.J. Duinkerken, voorzitter, mr. M. Griffioen en mr. R.L. Vucsán, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.A. Hulst als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2016.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Tegen de beslissing staat geen rechtsmiddel open.