Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 25 maart 2015, waarbij een comparitie na antwoord is bepaald;
- de akte vermeerdering van eis aan de zijde van Börger;
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie;
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 31 augustus 2015;
- het faxbericht aan de zijde van Börger d.d. 10 september 2015;
- de akte na comparitie, tevens wijziging/vermeerdering van eis aan de zijde van Börger d.d. 25 november 2015;
- de akte aan de zijde van Shipyard d.d. 20 januari 2016.
2.De feiten
Wij hebben op 17 juni 2013 een factuur aan uw onderneming verzonden met factuurnummer 2013.051 ad € 53.366,08. (…)
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
De slechte prestatie van Borger op de Seven Waves [het schip waarvoor de scheepsluiken zijn geproduceerd; toevoeging rechtbank] heeft ervoor gezorgd dat Borger geen opdracht gekregen heeft om dezelfde scope uit te voeren op de drie kopieschepen die vervolgens gebouwd zijn. De opdracht is voor deze schepen verstrekt aan Navalimpianti. Zonder de problemen op de Seven Waves was deze opdracht zonder twijfel aan Borger verstrekt, waarbij de contractsom per schip ongeveer hetzelfde zou zijn geweest als voor de 727." De winstmarge op het onderhavige schip betrof - volgens een berekening van de controller van Börger, welke berekening als productie 23 bij de akte van 25 november 2015 is overgelegd - afgerond € 63.375,-. Börger is volgens eigen zeggen aldus een bedrag van (3 x € 63.375,- =) € 190.125,- aan winst misgelopen.
5.De beslissing
6 april 2016voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de punten zoals vermeld in rechtsoverwegingen 4.20. en 4.21.,