Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling d.d. 2 december 2015
- de pleitnota van Frisia
- de pleitnota van de Provincie.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 16 december 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Frisia Bergum B.V. en de Provincie Fryslân. Frisia had ingeschreven op een aanbesteding voor het onderhouden en beplanten van provinciale wegen, maar de Provincie verklaarde de inschrijving ongeldig omdat de uitvoeringskosten niet correct waren vermeld volgens de geldende RAW-bepalingen. Frisia had bij de inschrijving een bedrag van € 0,- opgegeven voor de uitvoeringskosten, wat in strijd was met artikel 01.01.03 van de RAW, waarin staat dat uitvoeringskosten na het subtotaal moeten worden opgenomen. Frisia voerde aan dat de Provincie de rectificatie van de uitvoeringskosten ten onrechte had genegeerd en dat de inschrijving alsnog geldig had moeten worden verklaard. De Provincie betwistte dit en stelde dat de inschrijving van Frisia niet hersteld kon worden, omdat deze al als ongeldig was aangemerkt. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Provincie terecht de inschrijving ongeldig had verklaard, omdat Frisia niet had voldaan aan de vereisten van de RAW. De vorderingen van Frisia werden afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten.