Uitspraak
[appellante]
de gemeente,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
…) bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van de Rechtbank rechtbank Overijssel d.d. 28 augustus 2013 en d.d. 6 februari 2013, bekend onder zaaknummer/rolnummer C/07?201249/HZ ZA 12-208, gewezen tussen appellante als eiseres en geïntimeerde als gedaagde te vernietigen en opnieuw recht doende als nog de vorderingen van [appellante] als eiseres toe te wijzen, met veroordeling van de gemeente Kampen in de kosten van beide instanties alsmede in de nakosten voor een bedrag van € 131 danwel in geval van betekening van
3.Ten aanzien van de feiten
de algemene voorwaarden (hfstk 01) Oorgatsbrug, Kademuren en Kalverhekkenbrug te Kampen
4.De beslissingen in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven
grief 2, deels herhaald in grief 6) dat de gemeente, door het opnemen van de in geding zijnde geschiktheidseis in de algemene voorwaarden voor de beide gekoppelde aanbestedingen, zich niet aan die eisen heeft gehouden. Wat er ook zij van het betoog van [appellante] dat geschiktheidseisen niet passen bij een onderhandse aanbesteding en niet gebruikelijk zijn, het stellen van dergelijke eisen is de gemeente niet verboden.
grief 3– deels herhaald in de toelichting op grief 6 - betoogt [appellante] dat het voorschrift dat zij niet heeft nageleefd onduidelijk was omdat niet helder is aangegeven wat bedoeld wordt met “vóór de inschrijving”. Het hof merkt over deze klacht op dat deze moeilijk te combineren is met de stelling van [appellante] dat zij de hele bepaling over het hoofd heeft gezien; bezwaarlijk kan immers worden volgehouden dat [appellante] door deze formulering op het verkeerde been is gezet. Bij onduidelijkheden had het voorts op haar weg had gelegen om daarover voorafgaand aan de inschrijving vragen te stellen, waartoe in de aanbestedingsprocedure ook expliciet de gelegenheid werd geboden.
grief 8klaagt [appellante] erover dat haar ten onrechte geen inzage is verleend in de bereidverklaring die [X] bij haar inschrijving had gevoegd. In de toelichting op de grief betwijfelt [appellante] of [X] wel daadwerkelijk een bereidverklaring heeft ingeleverd.
grief 1beklaagt [appellante] zich erover dat de rechtbank ten onrechte de vraag of de inschrijving van [appellante] terecht ongeldig is verklaard als kern van het geschil heeft aangeduid, omdat daarin het element van de herstelmogelijkheid mist. Deze grief snijdt geen hout. De rechtbank heeft het punt van de herstelmogelijkheid wel degelijk uitgebreid behandeld. De rechtbank heeft ruime beoordelingsvrijheid bij de wijze waarop zij haar vonnis inricht en bij de aanduiding van de geschilpunten, mits maar alle punten van geschil worden behandeld. Daaraan heeft de rechtbank ruimschoots voldaan.
grieven 4 tot en met 6betoogt [appellante] dat zij, hetzij op basis van analoge uitleg van het ARW2005, hetzij op basis van de nationale jurisprudentie, een herstelmogelijkheid van de gemeente had moeten krijgen, om, toen geconstateerd werd dat [appellante] geen bereidverklaring had overgelegd, alsnog een dergelijk stuk– dan wel direct een bankgarantie – aan de gemeente over te leggen.
verplichtingbestaat tot het bieden van een herstelmogelijkheid. Er is alleen sprake van een bevoegdheid van de aanbestedende dienst om herstel toe te staan (HvJEU