ECLI:NL:RBNNE:2015:3974

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 mei 2015
Publicatiedatum
14 augustus 2015
Zaaknummer
4003033/EJ VERZ 15-106
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en billijke vergoeding bij functieverval

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 22 mei 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst tussen Ambulancezorg Groningen en [A]. De verzoekster, Ambulancezorg Groningen, heeft op 1 april 2015 verzocht om de arbeidsovereenkomst met [A] te ontbinden op grond van gewichtige redenen, zoals bedoeld in artikel 7:685 BW. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 mei 2015, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de functie van adjunct-directeur van [A] om bedrijfsorganisatorische redenen is komen te vervallen en dat er geen passende functie beschikbaar is binnen de organisatie. [A] heeft verweer gevoerd en stelde dat de situatie door de benoeming van de huidige directeur is gecreëerd, waardoor zijn functie overbodig is geworden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst per 1 november 2015 zal worden ontbonden en heeft [A] een ontbindingsvergoeding van € 130.000,00 toegekend. Tevens zijn de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Groningen
zaak-/rolnummer: 4003033 \ EJ VERZ 15-106

beschikking van de kantonrechter d.d. 22 mei 2015

inzake
De stichting
STICHTING REGIONALE AMBULANCEVOORZIENING GRONINGEN,
gevestigd te Groningen,
verzoekster,
gemachtigde: mr. B.M.J. Pelzer,
tegen

[A] ,

wonende te [woonplaats] ,
verweerder,
gemachtigde: mr. P.H.F. Yspeert.
Partijen zullen hierna Ambulancezorg Groningen en [A] worden genoemd.

Het procesverloop

Ambulancezorg Groningen heeft bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 april 2015, verzocht de tussen haar en [A] bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen in de zin van artikel 7: 685 BW.
Het verweerschrift van [A] , tevens zelfstandig tegenverzoek is binnengekomen op 7 mei 2015.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 mei 2015.
De gemachtigden van zowel Ambulancezorg Groningen als [A] hebben voorafgaand aan de zitting diverse producties in het geding gebracht.
Beide gemachtigden hebben het standpunt van hun cliënt(e) toegelicht, mr. Yspeert aan de hand van pleitnotities. Van het behandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt.

Motivering

1. [A] , geboren [geboortedatum] , is sedert 1 juli 1988 in dienstbetrekking werkzaam bij Ambulancezorg Groningen, laatstelijk in de functie van adjunct-directeur, tegen een bruto salaris -exclusief vakantietoeslag en diverse emolumenten- van € 6.182,00 per maand.
2. Ambulancezorg Groningen stelt dat om bedrijfsorganisatorische redenen de functie van adjunct-directeur is komen te vervallen, terwijl geen passende functie voorhanden is. Op grond van deze omstandigheden verzoekt Ambulancezorg Groningen de arbeidsovereenkomst per 1 april 2015, althans een in goede justitie te bepalen termijn, te ontbinden op grond van gewichtige redenen in de zin van gewijzigde omstandigheden.
In verband met toepassing van de Wet Normering Topinkomens (WNT) dient de ontbindingsvergoeding, die Ambulancezorg Groningen bereid is te betalen, te worden beperkt tot een bedrag van € 75.000,00 bruto.
3. [A] voert verweer.
[A] stelt dat Ambulancezorg Groningen met de benoeming van de huidige directeur welbewust een situatie heeft gecreëerd waardoor de functie van [A] overbodig is geworden, zonder daarbij op de belangen van [A] acht te slaan. Aldus is "met twee kapiteins op een schip" een onwerkbare situatie ontstaan. Waar de WNT in casu toepassing mist, maakt [A] -rekening houdend met zijn salaris, vermeerderd met alle emolumenten en een C=1.5-factor- aanspraak op een ontbindingsvergoeding van € 331.651,33 bruto en een fictieve opzegtermijn van 4 maanden.
4. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod.
5. Tussen partijen is -blijkend uit het door beide partijen ingediende verzoekschrift, alsook uit de processtukken en het verhandelde ter zitting- niet in geschil dat de arbeidsovereenkomst tussen hen dient te worden ontbonden. [A] betwist niet dat zijn functie om bedrijfsorganisatorische redenen is komen te vervallen en evenmin dat geen passende functie binnen het bedrijf voorhanden is.
Voorts is onbetwist dat van de ontstane situatie [A] geen enkel verwijt valt te maken.
6. Gelet op het voorgaande komt [A] -zo is eveneens tussen partijen in confesso-in verband met de beëindiging van zijn langdurig dienstverband met Ambulancezorg Groningen een billijke vergoeding toe. De hoogte daarvan houdt partijen echter verdeeld.
7. Partijen verschillen van mening over de vraag of de WNT in casu van toepassing is en mitsdien de ontbindingsvergoeding beïnvloedt.
Vooropgesteld zij dat de kantonrechter in formele zin niet aan de in deze wet opgenomen maximering van een ontbindingsvergoeding gebonden is. Dat dat neemt niet weg dat de kantonrechter bij de bepaling van de omvang van een billijke vergoeding in de zin van artikel 7:685 lid 8 BW de normerende werking van deze wet, die tot doel heeft excessieve beloningen en ontslagvergoedingen van topfunctionarissen van instellingen met een publieke taak tegen te gaan, wel als relevante omstandigheid in zijn/haar overwegingen betrekt.
8. Anders dan Ambulancezorg Groningen stelt, is de kantonrechter van oordeel dat de functie van [A] in de huidige omvang en uitvoering niet valt binnen de reikwijdte van deze wet.
Het moge zo zijn dat [A] tot 2012, onder de vorige algemeen directeur van Ambulancezorg Groningen, feitelijk de dagelijkse operationele leiding en verantwoordelijkheid voor de gehele onderneming droeg; onweersproken is dat met het aantreden van de huidige algemeen directeur in 2012 die situatie is gewijzigd en dat sedertdien de dagelijkse leiding en (eind)verantwoordelijkheid van de stichting geheel in handen is van deze (top)functionaris. Het is dan ook vanwege deze verschuiving van taken en bevoegdheden -en het daarmee thans overbodig worden van de functie van adjunct-directeur- dat Ambulancezorg Groningen de ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft verzocht. Gelet op deze gewijzigde taakinvulling sedert 2012 kan [A] bij de inwerkingtreding van de WNT per 1 januari 2013 niet worden gekwalificeerd als een topfunctionaris.
8. Alles afwegende en gehoord partijen zal de arbeidsovereenkomst worden ontbonden per 1 november 2015.
Aan [A] wordt daarbij een ontbindingsvergoeding toegekend van € 130.000,00.
9. Gelet op het tegenverzoek van [A] zal aan Ambulancezorg Groningen geen termijn worden gegund het verzoek in te trekken.
10. De kantonrechter acht termen aanwezig om de proceskosten tussen partijen te compenseren.

Beslissing

De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 november 2015;
kent aan [A] ten laste van Ambulancezorg Groningen ter gelegenheid van voornoemde ontbinding een vergoeding toe ten bedrage van bruto € 130.000,00;
compenseert de proceskosten zodanig dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Aldus gegeven te Groningen en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2015 door mr. E.J. Oostdijk, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
c [ejo].