Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
mr. K. Wentholt als rechter die de bestuursrechtelijke procedure met registratienummer LEE 14 / 5499 WWB behandelt.
mr. F. de Jong en mr. P.G. Wijtsma.
Mr. Wentholt heeft haar standpunt schriftelijk toegelicht en is niet ter zitting verschenen.
Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente De Friese Meren, het bestuursorgaan inzake de vorengenoemde bestuursrechtelijke procedure, is in de gelegenheid gesteld ter zitting aanwezig te zijn. Het bestuursorgaan heeft daarvan geen gebruik gemaakt.
2.Het standpunt van verzoeker
De rechter vond het niet nodig dat ik en de gemeente elkaar met allerlei procedures gaan bezighouden. Zij stelde daarom voor om mij en de gemeente om deze procedure (en de procedure omtrent de aanvulling op de uitkering) in te trekken, tegenover de toezegging van de gemeente om niets te doen met de schending van de inlichtingenplicht.’
Door dat de rechter in deze richtinggevend uitspraken doet, zonder dat de gemeente hiermee zelf is gekomen en te beïnvloed door te zinspelen: schending inlichtingenplicht en fraude door mijn kostgever. (…..) [met] deze onterechte vooringenomen verdachtmaking [wordt] een ongefundeerde richting gegeven en daarmee wordt onder meer een correcte rechtsgang belemmerd en is geen sprake van een eerlijk proces. Van een neutrale rechter is hier geen sprake.’
3.Het standpunt van mr. Wentholt
’4. Beoordeling
5.De beslissing
mr. P.G. Wijtsma en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2015.