1.3.Naar aanleiding van het boeterapport heeft verweerder eiseres bij het primaire besluit een boete opgelegd van € 24.000,-- wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav en € 4.500,-- wegens overtreding van artikel 15, tweede en derde lid, van de Wav. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de boete gematigd en vastgesteld op € 24.500,--.
2. Eiseres heeft - onder meer en voor zover van belang - naar voren gebracht dat het de Indonesische vreemdelingen was toegestaan maximaal tien uur per week te werken en dat indien eiseres een tewerkstellingsvergunning ten behoeve van deze vreemdelingen zou hebben aangevraagd, deze ook zou zijn verleend. Ten aanzien van de Bulgaarse vreemdeling heeft eiseres betoogd dat verweerder er rekening mee had moeten houden dat voor Bulgaren sinds 1 januari 2014 geen tewerkstellingsvergunning meer vereist is. Voorts heeft eiseres betoogd dat zij niet op de hoogte was van welke persoon door Novaclean werd uitgezonden om schoon te maken en dat Novaclean geen identiteitsdocument van de vreemdelingen heeft verstrekt. Eiseres ging er steeds vanuit dat de vaste schoonmaakster, mevrouw [naam schoonmaakster], buiten de kantooruren het pand schoonmaakte. Novaclean heeft nimmer meegedeeld dat ook andere personen deze werkzaamheden verrichtten. Novaclean had moeten weten dat de vreemdelingen niet zonder tewerkstellingsvergunning mochten werken. Ten slotte heeft eiseres naar voren gebracht dat verweerder de boete die aan Novaclean is opgelegd heeft gematigd, dat niet valt in te zien waarom dat bij eiseres niet is gebeurd en dat de boete in geen verhouding staat tot de ernst van de overtreding.
3. Verweerder heeft in reactie op het beroep opgemerkt dat wordt uitgegaan van de juistheid van de verklaring van de vreemdelingen dat zij bij eiseres hebben gewerkt. Verder heeft verweerder gesteld dat het de eigen verantwoordelijkheid van eiseres was om te controleren of degenen die werkzaamheden bij hem verrichtten daartoe bevoegd waren. Voorts heeft verweerder naar voren gebracht dat voor de werkzaamheden die twee van de drie vreemdelingen verrichtten geen tewerkstellingsvergunning zou zijn afgegeven. Voor zover ten behoeve van één van de Indonesische vreemdelingen, [naam vreemdeling 1], die minder dan 10 uur per week werkte, wel een tewerkstellingsvergunning zou zijn verkregen, heeft verweerder de boete dan ook verlaagd tot € 4.000,--. Ten aanzien van de Bulgaarse vreemdeling heeft verweerder opgemerkt dat de omstandigheid dat voor Bulgaren per 1 januari 2014 geen tewerkstellingsvergunning meer nodig is, niet bij de besluitvorming is betrokken en geen reden vormt om de boete te matigen. Daarnaast heeft verweerder gesteld dat het feit dat de Wav-boete die aan Novaclean was opgelegd is gematigd, niet automatisch betekent dat ook de boete van eiseres moet worden gematigd, nu sprake was van een andere situatie. Verder heeft verweerder opgemerkt dat geen reden bestond om de boete te matigen omdat geen sprake was van marginale arbeid die door de vreemdelingen is verricht.
4. Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel b, sub 1, van de Wav wordt in deze wet en de daarop berustende bepalingen onder werkgever verstaan degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten.
Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wav is het een werkgever verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning.
Ingevolge artikel 15, eerste lid, van de Wav draagt de werkgever die door een vreemdeling arbeid laat verrichten bij een andere werkgever er bij de aanvang van de arbeid door de vreemdeling onverwijld zorg voor dat de andere werkgever een afschrift van het document, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder sub 1 tot en met 3, van de Wet op de identificatieplicht, van de vreemdeling ontvangt.
Ingevolge artikel 15, tweede lid, van de Wav stelt de werkgever die het afschrift van het document, bedoeld in het eerste lid, ontvangt de identiteit van de vreemdeling vast aan de hand van het genoemde document en neemt het afschrift op in de administratie.
Ingevolge artikel 15, derde lid, van de Wav is de verplichting, bedoeld in het eerste lid, om een afschrift van het document te verstrekken, aan de andere werkgever niet van toepassing, indien de vreemdeling die onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie, dan wel de Europese Economische Ruimte dan wel van Zwitserland, tenzij ten aanzien van de vreemdeling de artikelen 1 tot en met 5 van Verordening (EU) Nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PbEU 2011, L 141) niet van toepassing zijn.
Ingevolge artikel 18, eerste lid, van de Wav wordt het niet naleven van artikel 2, eerste lid, en 15 als overtreding aangemerkt.
Ingevolge artikel 19a, eerste lid, van de Wav legt een daartoe door Onze Minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaar, namens hem de bestuurlijke boete op aan degene op wie de verplichtingen rusten welke voortvloeien uit deze wet, voor zover het niet naleven daarvan is aangeduid als een overtreding.