Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 juni 2015 in de zaak tussen
[naam eiser], wonende te Groningen, eiser
het college van burgemeester en wethouders van Groningen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 471,03 moet eiser terugbetalen.
“Betrokkene heeft middels een brief van zijn advocaat aangegeven zijn zienswijze over de voorgenomen boete naar voren te willen brengen.” en
“… Ik weet niet wat mijn advocaat met het voornemen voor het opleggen van de boete heeft gedaan. U zegt dat u een brief heeft ontvangen van mijn advocaat mevrouw Bakker. U zegt dat in deze brief vermeld staat dat ze uitstel vraagt en dat ze haar reactie wil geven. Ik weet niet of er bezwaar is aangetekend.”
7 mei 2014 afgelegde verklaringen niet zouden kloppen en evenmin wat eiser anders zou hebben verklaard, als zijn gemachtigde wel bij het gesprek aanwezig zou zijn geweest. Naar het oordeel van de commissie bestond geen aanleiding voor verdere matiging van de opgelegde boete.
15 oktober 2013 (zie onder 3) had gesteld als eisers gemachtigde, verweerder het gesprek op 7 mei 2014 ten onrechte alleen met eiser en dus zonder aanwezigheid van de advocaat heeft gevoerd. Naar eisers gemachtigde stelt klemt dit des te meer, nu eiser ernstige psychische problemen heeft, waarvoor hij onder behandeling van een psychiater staat. Er dient geen boete te worden opgelegd.
wegingsfactor 1).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 29 september 2014;
- herroept het besluit van 4 juni 2014;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 45,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
H.M. Eleveld, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2015.