ECLI:NL:RBNNE:2015:1482

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
26 maart 2015
Zaaknummer
2670413 CV EXPL 14-302
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur bedrijfsruimte en onrechtmatige daad verhuurder met betrekking tot gasaansluiting

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, hebben de eisers, de besloten vennootschappen Ziwi B.V. en Ziengs Schoenen B.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Cool Cat Oost B.V., met betrekking tot onrechtmatig handelen in het kader van een huurrelatie. De zaak betreft een geschil over de gasleverantie aan een gehuurd bedrijfsruimte, waarbij de eisers stellen dat de verhuurder, Cool Cat, tekort is geschoten in haar informatieplicht over de gasaansluiting. De comparitie van partijen vond plaats op 15 december 2014, na een tussenvonnis van 2 september 2014. Tijdens deze comparitie hebben partijen geprobeerd tot een minnelijke regeling te komen, maar dit is niet gelukt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Cool Cat als verhuurder verantwoordelijk is voor de gaslevering en dat zij niet heeft voldaan aan haar zorgplicht om de huurder adequaat te informeren over de gasmeter en de gasaansluiting. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Cool Cat een zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden door de huurder niet te informeren over de gaslevering, wat heeft geleid tot schade voor de eisers. De eisers hebben hun schade berekend op een bedrag van € 84.320,53, gebaseerd op extra gasverbruik in de periode van 2002 tot en met 2013. De kantonrechter heeft de vordering van de eisers toegewezen en Cool Cat veroordeeld tot betaling van € 11.989,82 aan Ziwi B.V. en € 54.289,09 aan Ziengs Schoenen B.V., met wettelijke rente vanaf 15 april 2013. Daarnaast is Cool Cat veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.808,80. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Groningen
zaak-/rolnummer: 2670413 \ CV EXPL 14-302
Vonnis d.d. 24 maart 2015
inzake
1.
de besloten vennootschap ZIWI B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Assen
en
2.
de besloten vennootschap ZIENGS SCHOENEN B.V.,
statutair gevestigd te Groningen en kantoorhoudende te Assen,
eisers,
hierna gezamenlijk te noemen Ziengs cs en ieder afzonderlijk Ziwi B.V. en Ziengs Schoenen B.V.,
gemachtigde: mr. J.M. Pol, advocaat te Assen.
tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid COOL CAT OOST B.V.,

statutair gevestigd en kantoorhoudende te Houten,
gedaagde,
hierna te noemen Cool Cat,
gemachtigde: mr. E. van Berkel, advocaat te Amsterdam.

PROCESGANG

1. Ingevolge het tussenvonnis van 2 september 2014 heeft op 15 december 2014 een comparitie van partijen plaatsgehad. Ter gelegenheid van deze comparitie hebben partijen ieder (bij akte) diverse producties in het geding gebracht.
Partijen hebben inlichtingen verstrekt, waarvan de griffier aantekening heeft gehouden. Partijen hebben voorts besprekingen gevoerd teneinde in der minne tot elkaar te komen.
Ten behoeve van nader overleg is de zaak ten slotte aangehouden en naar de rol verwezen van 6 januari 2015 voor uitlating partijen.
Bij akte heeft Ziengs cs vonnis gevraagd; Cool Cat heeft niet gereageerd.
Daarom is wederom vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.

OVERWEGINGEN

2. De kantonrechter neemt hier over hetgeen hij heeft overwogen en beslist bij voormeld tussenvonnis van 2 september 2014.
De verdere beoordeling van het geschil
3. Uit het feit dat Ziengs cs na de comparitie van partijen bij akte vonnis heeft gevraagd begrijpt de kantonrechter dat partijen er niet in zijn geslaagd de tijdens de comparitie van partijen reeds geschetste contouren van een regeling om te zetten in een definitief akkoord. Dit houdt in dat thans vonnis zal worden gewezen.
4. Ziengs cs heeft haar vordering primair gegrond op het onrechtmatig handelen van Cool Cat, aangezien de aan de orde zijnde gasleverantie buiten de huurverhouding valt.
Blijkens de huurovereenkomst tussen partijen werd het gehuurde bedrijfspand immers door Cool Cat geleverd inclusief de aansluitingen van nutsvoorzieningen maar exclusief de levering van gas en elektra c.a. door die nutsvoorzieningen zelve.
De gasleverantie die vervolgens via de (tot de huurovereenkomst behorende) gasmeter, waarop Ziengs cs werd aangesloten, tevens de bovengelegen verdiepingen van centrale verwarming voorzag, betreft daarmee strikt genomen een buitencontractuele omstandigheid. Niettemin hangt het geschil tussen partijen nauw samen met de tussen hen bestaande huurrelatie en dient bij de beoordeling van de vraag of Ziengs cs de daardoor voor haar ontstane schade op Cool Cat mag verhalen rekening te worden gehouden met de contractuele (huur)relatie tussen partijen en de wijze waarop partijen zich in die verhouding (hadden) dienen te gedragen. Het is dan ook vanwege de samenhang tussen de onderhavige vordering en de tussen partijen bestaande huurrelatie -een aardvordering- dat partijen het geschil ter beoordeling aan de kantonrechter hebben voorgelegd en de kantonrechter de zaak aan zich heeft gehouden.
5. De vordering en grondslag beoordelend neemt de kantonrechter tot uitgangspunt dat Cool Cat als eigenaar van het pand en verhuurder van de bedrijfsruimte bekend met en verantwoordelijk voor de daarin aanwezige leidingen en gasmeters moet worden gehouden. Ook is de kantonrechter van oordeel dat van Cool Cat als verhuurder mag worden verwacht dat zij, wanneer zij haar huurder tot het verzorgen van de eigen gasleverantie noodzaakt, die huurder duidelijk informeert welke gasmeter daartoe tot haar beschikking staat, dan wel zodanige maatregelen neemt dat de aan de huurder ter beschikking gestelde gasaansluiting uitsluitend voorziet in het gasverbruik van de huurder zelve. Gesteld noch gebleken is dat Cool Cat dat heeft gedaan. Cool Cat heeft in dat verband ter comparitie aangegeven dat niet meer te achterhalen valt hoe de instructie tussen huurder en verhuurder destijds is verlopen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Cool Cat daarmee onvoldoende onderbouwd dat zij aan haar hiervoor omschreven mededelingsplicht heeft voldaan. Dat daartoe eens te meer aanleiding bestond, blijkt uit de omstandigheid dat partijen ter comparitie hebben meegedeeld dat de situatie met betrekking tot de verschillende meters en het daarop aangesloten leidingenwerk bepaald niet inzichtelijk was en dat er een onderzoeksbureau aan te pas moest komen om de onderscheiden "circuits" van elkaar los te koppelen.
Door na te laten Ziengs cs aldus op adequate wijze te informeren, dan wel zodanige maatregelen te nemen dat Ziengs cs werd voorzien van een aansluiting op een gasmeter waarmee uitsluitend de gasleverantie aan het aan haar verhuurde winkelpand werd gerealiseerd, heeft Cool Cat een zorgvuldigheidsnorm geschonden.
6. De kantonrechter passeert het verweer van Cool Cat dat deze normschending haar niet kan worden aangerekend, nu naar het oordeel van de kantonrechter deze normschending is te wijten aan een oorzaak die naar in het verkeer geldende opvattingen voor haar rekening komt. Ook verwerpt de kantonrechter het beroep van Cool Cat op het relativiteitsvereiste omdat het geen omstandigheid betreft waarop Cool Cat in het geheel niet bedacht behoefde te zijn. De kantonrechter betrekt daarbij dat Cool Cat, althans een aan haar gelieerde onderneming, voorafgaand aan de verhuur van het pand aan Ziengs cs het winkelgedeelte zelf in gebruik heeft gehad en de daaruit voortvloeiende wetenschap betreffende de situatie ter plekke aan haar behoort te worden toegerekend. Voorts is onweersproken dat de door de RUG gehuurde kantoorruimte in één van de bovenverdiepingen van het pand van gaslevering voor de centrale verwarming werd voorzien - naar nu is gebleken via de gasmeter van Ziengs cs - zonder in het geheel over een eigen gasmeter te beschikken. Waar deze huurder naast de huurpenningen ter zake wel maandelijks een voorschotbedrag "
voor de kosten van verwarming" aan Cool Cat voldeed -en Cool Cat in die zin ook feitelijk is verrijkt-, had minst genomen van Cool Cat mogen worden verwacht de betreffende gastoevoer te onderzoeken, hetgeen is nagelaten. Hetzelfde geldt voor de vermelding in een aantal huurcontracten dat Cool Cat met studenten sloot, namelijk dat levering van gas in het voorschotbedrag was begrepen, doch "
exclusief cv gezien het maken van een kostenverdeling onmogelijk is"(zie ro 2.6 tussenvonnis 2 september 2014).
7. Het beroep op verjaring door Cool Cat wordt eveneens verworpen. Ziengs cs heeft aangevoerd dat zij eerst op 15 april 2013 -na een nader onderzoek omtrent het gasverbruik- op de hoogte is geraakt van de voor haar rekening komende gasleveranties aan de bovengelegen verdiepingen en de daardoor voor haar ontstane schade.
Dat Ziengs cs reeds eerder daadwerkelijk met die schade bekend was, heeft Cool Cat niet aannemelijk gemaakt. Reeds de omstandigheid, zoals hiervoor in rechtsoverweging 5 aangehaald, dat de situatie ter plaatse alles behalve inzichtelijk was, weerspreekt het standpunt van Cool Cat dat Ziengs cs een en ander eerder had behoren te ontdekken of onderzoeken. Ook het relatief hoge gasverbruik, dat voor Ziengs cs uiteindelijk wel de aanleiding was om op onderzoek uit te gaan, mag haar niet worden tegengeworpen, nu voor Ziengs cs van aanvang af een referentieverbruik voor het betrokken pand ontbrak.
8. Daarmee resteert de vraag of Ziengs cs door het onrechtmatig handelen van Cool Cat schade heeft geleden en zo ja, hoeveel.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Ziengs cs in voldoende mate aannemelijk gemaakt dat zij schade heeft geleden die in verband staat tot dit handelen; zij heeft immers al die jaren de gasleverantie ten behoeve van de centrale verwarming van de gebruikers van de bovengelegen etages voldaan.
Cool Cat heeft betwist dat Ziengs cs schade heeft geleden, stellende dat Ziengs cs alsnog haar schade moet gaan verhalen op de huurders die van de "gratis" gasleverantie voor hun cv voordeel hebben gehad, maar de kantonrechter gaat aan dit verweer voorbij. Van Ziengs cs kan in redelijkheid niet worden gevergd dat zij thans de serie huurders van Cool Cat - veelal studenten - alsnog aanspreekt op hun individueel gasverbruik, nog daargelaten of de huurcontracten die Cool Cat met haar huurders heeft gesloten daartoe überhaupt ruimte biedt.
9. Ziengs cs heeft haar schade bij dagvaarding gesteld op een bedrag van € 84.320,53 gebaseerd op een berekening van onderzoeksbureau Orangefield Sedico. Dit bedrag is de resultante van een gespecificeerde schatting van het extra gasverbruik in de periode van 2002 tot en met 2013, opgesplitst naar een bedrag van € 11.989,82 voor Ziwi B.V. (2002-2004) en
€ 72.330,71 voor Ziengs (2004-2013).
Cool Cat heeft deze (wijze van) berekening bekritiseerd.
Ter gelegenheid van de comparitie van partijen heeft Ziengs cs vervolgens een hernieuwde berekening en specificatie overgelegd, voorzien van alle energienota's.
Uit deze nota's blijkt dat Ziengs cs in de periode 2002-2013 in totaal aan gasleveringen een bedrag van € 93.362,02 heeft voldaan. Ook heeft Ziengs cs daarbij het gasverbruik in dezelfde periode van een vergelijkbaar bedrijfspand -een pand in Assen van gelijke omvang en bouwjaar- in het geding gebracht. Rekening houdend met dit referentiepand heeft Ziengs cs haar schadeberekening (bij)gesteld (naar) op een bedrag van € 66.278,91.
De kantonrechter gaat er van uit dat Ziengs cs daarbij haar vordering heeft verminderd.
10. Vast staat dat de schade van Ziengs cs in de vorm van aan haar extra in rekening gebracht gasverbruik voor de bovenverdiepingen in de periode 2002-2013 thans niet meer precies kan worden berekend, zodat daarvan een schatting moet worden gemaakt (6:97 BW).
Hoewel partijen ter gelegenheid van de comparitie hebben besproken in hoeverre het extra gasverbruik kan worden berekend op basis van het huidige gasverbruik van Ziengs -exclusief de gaslevering aan de bovenetages- zijn daarover geen bevindingen in het geding gebracht. Waar Cool Cat geen inhoudelijke bezwaren heeft ingebracht tegen de laatste schadeberekening, zoals door Ziengs cs ter comparitie in het geding gebracht, zal de kantonrechter die berekening als voldoende onderbouwd overnemen.
11. Gelet op de onderlinge verdeling leidt het voorgaande tot een toewijzing aan Ziwi B.V. van het sub I gevorderde bedrag. Het resterend bedrag ad € 54.289,09 wordt aan Ziengs Schoenen B.V. toegewezen. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf 15 april 2013.
12. Ziengs cs heeft gesteld buitengerechtelijke kosten gemaakt te hebben en ter zake daarvan een bedrag gevorderd. Zij heeft die kosten evenwel niet gespecificeerd terwijl evenmin is gebleken dat de gestelde verrichtingen meer hebben omvat dan een enkele (eventueel herhaalde) sommatie of het enkel doen van een niet aanvaard schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De daarop betrekking hebbende kosten moeten, nu een geding is gevolgd, worden aangemerkt als betrekking hebbende op verrichtingen waarvoor de in de artikelen 237 e.v. van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten. De kantonrechter zal de betreffende vordering dan ook afwijzen.
13. De kantonrechter zal op vordering van Ziengs cs het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Ziengs cs wordt geacht voldoende belang te hebben bij spoedige uitbetaling van de gevorderde bedragen, terwijl het door Cool Cat veronderstelde restitutierisico slechts in algemene bewoordingen is gesteld en onvoldoende is geconcretiseerd. Andere bezwaren zijn gesteld noch gebleken, terwijl de enkele aanzegging om bij een toewijzend vonnis in appel te gaan ontoereikend is om de gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad af te wijzen.
14. Cool Cat zal als de (grotendeels) in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten.
De proceskosten aan de zijde van Ziengs cs worden begroot op:
- explootkosten € 85,80
- griffierecht € 923,00
- salaris gemachtigde
€ 1.800,00(3 punten x tarief € 600,00)
totaal € 2.808,80

Beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt Cool Cat tot betaling aan Ziwi B.V. van een bedrag groot € 11.989,82 (zegge: elfduizendnegenhonderdnegentig euro en 82 cent), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 11.989,82 vanaf 15 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Cool Cat tot betaling aan Ziengs Schoenen B.V. van een bedrag groot
€ 54.289,09 (zegge: vierenvijtigduizendtweehonderdnegenentachtig euro en 9 cent), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 54.289,09 vanaf 15 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Cool Cat in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Ziengs cs begroot op € 2.808,80;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde
Aldus gewezen door mr. E.J. Oostdijk, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 maart 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.
c ejo