ECLI:NL:RBNNE:2014:6658
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een boetebesluit op grond van de Wet werk en bijstand met betrekking tot de intrekking van uitkering en terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 december 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Groningen. De eiser ontving sinds 16 maart 2011 een uitkering op basis van de Wet werk en bijstand (Wwb). De gemeente heeft op 22 oktober 2013 besloten om de uitkering van eiser met ingang van 1 mei 2013 in te trekken en een bedrag van € 3.157,38 terug te vorderen. Dit besluit was gebaseerd op het feit dat eiser zijn hoofdverblijf niet op het uitkeringsadres had. Daarnaast heeft de gemeente op 8 januari 2014 een boete van € 3.157,38 opgelegd wegens schending van de inlichtingenplicht.
Eiser heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt, maar de gemeente heeft deze bezwaren ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank. Tijdens de zitting op 18 augustus 2014 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser sinds 1 mei 2013 niet meer op het uitkeringsadres woonachtig was, wat de intrekking van de uitkering rechtvaardigde. De rechtbank heeft echter ook de opgelegde boete beoordeeld.
De rechtbank oordeelde dat de boete niet in overeenstemming was met de wetgeving, omdat er geen sprake was van opzet of grove schuld. De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij de criteria voor verminderde verwijtbaarheid, maar heeft geconcludeerd dat de omstandigheden van eiser niet voldoende waren om de boete te matigen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de boete vastgesteld op 50% van het benadelingsbedrag, wat resulteerde in een boete van € 1.580,-. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, met de bepaling dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Tevens is de gemeente veroordeeld in de proceskosten van eiser.