RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling privaatrecht
Zaak\rolnummer: 3349275 VV EXPL 14-104
Vonnis d.d. 29 september 2014
de besloten vennootschap Aquaserva Group B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [plaats],
eiseres in conventie, verweerster in voorwaardelijke reconventie,
hierna Aquaserva te noemen,
gemachtigde mr. C.A.C. Schroeten, advocaat te Utrecht (postbus 8558, 3503 RN),
[gedaagde],
wonende te[plaats],
gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie,
hierna [gedaagde] te noemen,
gemachtigde mr. M. Hoogenboom, advocaat te Rotterdam (Struisenburgstraat 46, 3063 BR).
Op de in de inleidende dagvaarding genoemde gronden heeft Aquaserva (zakelijk weergegeven) gevorderd dat de kantonrechter, als voorzieningenrechter, bij wijze van voorlopige voorziening:
[gedaagde] veroordeelt om uiterlijk binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de werkzaamheden te staken bij CAG Asset Management Nederland (hierna: CAG), Amned en het COA, dan wel enige andere werkzaamheden die strijdig zijn met het met hem overeengekomen concurrentie-/relatiebeding zoals opgenomen in de arbeidsovereenkomst van 30 december 2010, een en ander op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] handelt in strijd met dit verbod;
[gedaagde] veroordeelt tot nakoming van het met hem overeengekomen concurrentie-/relatie-/geheimhoudingsbeding d.d. 30 december 2010 en hem te verbieden met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis tot 1 februari 2015 werkzaamheden, van welke aard dan ook, tegen betaling of om niet, voor of ten behoeve van CAG, Amned, het COA en/of aan haar gelieerde vennootschappen, uit te voeren, op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] in strijd handelt met dit verbod;
3. [gedaagde] veroordeelt om uiterlijk binnen twee dagen na betekening van dit vonnis te betalen een voorschot op de direct opeisbare boetes van € 111.500,00 (bestaande uit een direct opeisbare boete van € 10.000,00 en (203 x € 500,00) € 101.100,00 voor elke dag dat [gedaagde] in overtreding is sinds 1 februari 2014 tot en met 21 augustus 2014), dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, wegens het in strijd met het overeengekomen concurrentiebeding op of na 1 februari 2014 verrichten van werkzaamheden voor CAG, Amned, het COA en/of aan haar gelieerde vennootschappen;
4. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de wettelijke rente over het voorschot van € 111.500,00 vanaf de dag van betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
5. [gedaagde] veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een voorschot op de buitengerechtelijke proces- en incassokosten tot aan de dag der dagvaarding begroot op € 1.260,00;
6. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van deze procedure;
7. althans een voorziening treft, zoveel mogelijk in de lijn en de strekking van de hiervoor gevorderde voorzieningen.
[gedaagde] heeft de vordering in conventie bestreden. In voorwaardelijke reconventie, dus voor zover de conventionele vordering (deels) toewijsbaar zou zijn, vordert [gedaagde] dat de kantonrechter:
primair het non-concurrentiebeding terzijde stelt dan wel opschort, zolang de bodemrechter geen uitspraak heeft gedaan over de vraag of [gedaagde] gebonden is aan het non-concurrentiebeding en die uitspraak van de bodemrechter niet in kracht van gewijsde is gegaan en subsidiair bepaalt dat Aquaserva steeds tegen het einde van iedere kalendermaand een bedrag aan [gedaagde] verschuldigd is, welk bedrag ten minste gelijk is aan het huidige maandsalaris van [gedaagde], te vermeerderen met de boete(s) waarop Aquaserva tegenover [gedaagde] aanspraak maakt, en voorts [gedaagde] toestaat dat hij bedoeld bedrag mag verrekenen met enige geldvordering van Aquaserva op hem;
Aquaserva veroordeelt in de kosten van dit geding, vermeerderd met rente;
Aquaserva veroordeelt tot het betalen van nakosten.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 1 september 2014. Partijen (Aquaserva vertegenwoordigd door [naam]) en hun gemachtigden zijn ter zitting verschenen, waar zij hun wederzijdse standpunten (nader) uiteen hebben gezet, mede aan de hand van de door de gemachtigden van Aquaserva opgestelde pleitaantekeningen. Tevens was aanwezig [naam] namens de huidige werkgever van [gedaagde]. Van het verhandelde is door de griffier aantekening gehouden.
Partijen is na de mondelinge behandeling de gelegenheid geboden nader overleg te voeren om tot een minnelijke regeling te komen.
Bij brieven van 15 september 2014 hebben partijen de kantonrechter bericht dat het niet is gelukt een minnelijke regeling te treffen.
Vervolgens is uitspraak bepaald op heden.