ECLI:NL:RBNNE:2014:1719
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- P.J. van Steen
- F. de Jong
- J.J. Schoemaker
- Rechtspraak.nl
Onverhoedse mishandelingen van acht vrouwen in Groningen door verdachte met psychotische stoornis
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 maart 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het meermalen mishandelen van acht vrouwen in het centrum van Groningen op 28 oktober 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die lijdt aan een psychotische stoornis, niet strafbaar is en heeft hem ontslagen van alle rechtsvervolging. De rechtbank heeft echter wel de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van een jaar opgelegd.
De verdachte is op 28 oktober 2013, in een kort tijdsbestek, opzettelijk mishandelend opgetreden tegen meerdere vrouwen, waarbij hij hen in het gezicht of op het hoofd heeft geslagen. De aangiftes van de slachtoffers vertoonden overeenkomsten in signalementen van de dader, die op een fiets reed en een grijze jas droeg met de opdruk 'Intersport'. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen als bewijs gebruikt om de verdachte te identificeren.
De verdediging heeft betoogd dat de verdachte niet opzet had bij de mishandelingen, gezien zijn psychische toestand. De rechtbank heeft geoordeeld dat, hoewel de verdachte psychotisch was, hij toch enig inzicht in zijn handelen moet hebben gehad, wat betekent dat er sprake was van opzet. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de zware mishandeling van een van de slachtoffers, omdat er onvoldoende bewijs was voor zwaar lichamelijk letsel.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de verdachte te plaatsen in een psychiatrisch ziekenhuis toegewezen, gezien het risico op herhaling en de noodzaak voor behandeling van zijn psychische aandoening. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen beoordeeld, waarbij sommige vorderingen zijn toegewezen en andere niet-ontvankelijk zijn verklaard. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, terwijl het ook de noodzaak van behandeling voor de verdachte onderstreept.