ECLI:NL:RBNNE:2013:CA2821
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwikkeling van een schuldsaneringsregeling en de status van een kapitaalsverzekering als nagekomen bate
In deze zaak gaat het om de afwikkeling van een schuldsaneringsregeling van [A], waarbij de rechtbank zich moet buigen over de vraag of de opbrengst van een kapitaalsverzekering, die onderpand was voor een hypotheek bij Obvion, als nagekomen bate kan worden aangemerkt. De schuldsaneringsregeling voor [A] werd uitgesproken op 16 juni 2009, en de schone lei werd verleend op 17 juli 2012. De regeling eindigde op 28 augustus 2012. De bewindvoerder, M. Bergman, ontdekte na het verbindend worden van de slotuitdelingslijst dat er een kapitaalsverzekering was afgesloten op naam van [A], waarop een pandrecht was gevestigd ten behoeve van Obvion. Obvion had de bewindvoerder op 31 augustus 2012 geïnformeerd over de verzekering, maar had haar pandrecht niet tijdig uitgeoefend.
De rechtbank oordeelt dat de opbrengst van de kapitaalsverzekering moet worden beschouwd als een bate van de boedel, ondanks het pandrecht van Obvion. De bewindvoerder was op de hoogte van de verzekering en de verkoop van de woning, en de rechtbank concludeert dat de opbrengst van de kapitaalsverzekering als nagekomen bate moet worden aangemerkt. De rechtbank beveelt dat de opbrengst van EUR 9.569,67 ten goede komt aan de schuldeisers, aangezien de bewindvoerder redelijkerwijs mocht aannemen dat Obvion haar pandrecht zou uitoefenen. De rechtbank benadrukt dat de bewindvoerder niet verplicht was om Obvion een termijn te stellen voor de uitoefening van het pandrecht, maar dat dit wel een mogelijkheid was geweest. De beslissing van de rechtbank is genomen op 4 juni 2013 door mr. H.J. Idzenga, rechter, in aanwezigheid van de griffier.