ECLI:NL:RBNNE:2013:6452
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek na beëindiging van de procedure met verzoek tot wraking op voorhand
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 23 augustus 2013 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van verzoeker, die zich richtte tegen de rechters die eerder beslissingen hadden genomen in zijn zaken. Het wrakingsverzoek was ingediend op 15 augustus 2013 en betrof de wraking van mr. R.B.M. Keurentjes en mr. L.H.A.M. Voncken, die als leden van de wrakingskamer eerder een verzoek tot wraking van verzoeker niet ontvankelijk hadden verklaard. Daarnaast werd er een verzoek gedaan tot wraking van de rechters in twee andere procedures, zonder dat de namen van deze rechters werden vermeld.
De rechtbank overwoog dat volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een verzoek tot wraking kan worden ingediend op grond van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank stelde vast dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk was, omdat de procedure waarin de wrakingsverzoeken waren ingediend, al was beëindigd. Dit betekende dat verzoeker niet meer in staat was om de rechters te wraken die al een einduitspraak hadden gedaan.
De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot wraking van mr. Keurentjes en mr. Voncken niet-ontvankelijk was, omdat de procedure al was afgesloten. Ook het verzoek tot wraking van de rechters in de andere procedures werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat verzoeker geen specifieke rechters had genoemd en geen redenen had opgegeven voor de wraking. De rechtbank besloot dat de procedures met nummers 589919 CV EXPL 13-6621 en 587545 CV EXPL 13-5968 voortgezet zouden worden in de stand waarin zij zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.