In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 16 juli 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam eiser] en het college van bestuur van de Politieacademie. [naam eiser] was ontslagen op basis van ongeschiktheid tijdens de proeftijd en het verstrekken van onjuiste en onvolledige inlichtingen. Het primaire besluit tot ontslag was genomen op 8 maart 2012, en het bestreden besluit op bezwaar handhaafde dit ontslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een proeftijdaanstelling, omdat het aanstellingsbesluit geen proeftijd vermeldde. Hierdoor kon het ontslag op basis van ongeschiktheid tijdens de proeftijd niet standhouden.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat [naam eiser] geen onjuiste of onvolledige inlichtingen had verstrekt bij zijn indiensttreding. Het college had betoogd dat [naam eiser] zich een onjuist beeld had geschetst van zijn vaardigheden in de Engelse taal, maar de rechtbank concludeerde dat dit meer een inschattingsfout van het college was dan een fout van [naam eiser]. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herroepte het primaire ontslagbesluit, waardoor [naam eiser] recht had op vergoeding van het griffierecht en proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en documentatie bij aanstellingen in de publieke sector.