In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 22 maart 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk onttrekken van een minderjarige aan het wettelijk gezag. De verdachte had zich niet gehouden aan een omgangsregeling die door de rechtbank was vastgesteld, waardoor zij haar minderjarige zoontje meerdere keren aan het gezag van de vader onttrok. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 december 2010 tot en met 8 april 2011, te Oosterwolde, meermalen opzettelijk haar zoontje, geboren op [geboortedatum kind], heeft onttrokken aan het wettelijk gezag van de vader. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een voorwaardelijke gevangenisstraf had geëist, afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om een straf op te leggen, gezien de gewijzigde omstandigheden en de ouderdom van de feiten. De verdachte werd schuldig verklaard, maar er werd geen straf of maatregel opgelegd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar wel vertegenwoordigd door haar advocaat. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de situatie van het kind.