Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[eiser] B.V.handelend onder de naam
[bedrijf]
hierna te noemen: [bedrijf]
hierna te noemen: [gedaagde]
1.De procedure
2.Feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
(€ 1.365,00 (= € 675,00 + € 690,00) x 0.6).
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 27 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een opleidingsbedrijf en een consument. De consument, aangeduid als [gedaagde], had zich ingeschreven voor een opleidingspakket en de overeenkomst ontbonden binnen de herroepingstermijn. Het opleidingsbedrijf, aangeduid als [bedrijf], vorderde betaling van het cursusgeld en andere kosten. De kantonrechter oordeelde dat de consument de overeenkomst rechtsgeldig had herroepen, omdat het opleidingsbedrijf niet had voldaan aan de essentiële precontractuele informatieplicht. Hierdoor was de herroepingstermijn verlengd en kon de consument geen betalingsverplichting worden opgelegd voor de geleverde diensten. De kantonrechter oordeelde echter dat het opleidingsbedrijf recht had op een vergoeding voor de waarde van de geleverde prestaties, maar paste een korting van 40% toe vanwege de schending van informatieplichten. Uiteindelijk werd een bedrag van € 819,00 aan hoofdsom toegewezen, plus buitengerechtelijke kosten, en werd de vordering tot vergoeding van rente afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.