Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2025 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de inspecteur van de Belastingdienst. De eiser, houder van een bestelauto met een geschorst kenteken, ontving een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting van € 608 en een verzuimboete van € 304. De eiser betwistte de naheffingsaanslag en de verzuimboete, stellende dat het voertuig op particulier terrein stond geparkeerd en derhalve niet op de openbare weg. De rechtbank oordeelde echter dat het parkeerterrein feitelijk openstond voor openbaar rijverkeer, ondanks dat het terrein niet fysiek was afgesloten. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat het voertuig op een openbare weg stond geparkeerd terwijl het kenteken geschorst was. De rechtbank achtte de verzuimboete passend en geboden, en verwierp het beroep van de eiser als ongegrond. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.