In deze zaak, behandeld door de kantonrechter S.N. Schipper van de Rechtbank Noord-Holland, hebben vier passagiers een verzoek ingediend tegen de vervoerder EasyJet Europe Airline GmbH. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Ibiza op 25 mei 2023, die door de vervoerder werd geannuleerd. De passagiers vroegen compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die hen recht geeft op compensatie bij annulering van een vlucht. De vervoerder heeft de annulering verdedigd door te stellen dat deze het gevolg was van buitengewone omstandigheden, maar de kantonrechter oordeelde dat niet was aangetoond dat de vlucht geen doorgang kon vinden. De kantonrechter heeft de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 2.400,00 aan de passagiers, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de proceskosten aan de kant van de passagiers toegewezen. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de vervoerder in het ongelijk werd gesteld en dat de passagiers recht hadden op compensatie, ondanks de argumenten van de vervoerder over de omstandigheden van de annulering. De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 augustus 2025.