ECLI:NL:RBNHO:2025:8386

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 juli 2025
Publicatiedatum
22 juli 2025
Zaaknummer
15/382219-24
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zedenzaak met ontuchtige handelingen en kinderporno met minderjarigen

In deze zedenzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 juli 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarige en het bezit en verwerven van kinderporno. De verdachte heeft in de periode van 27 oktober 2023 tot en met 29 oktober 2023 meermalen ontuchtige handelingen gepleegd met een minderjarige, die toen tussen de 12 en 16 jaar oud was. Daarnaast heeft hij in de periode van 26 oktober 2023 tot en met 31 januari 2024 meerdere kinderpornografische afbeeldingen in bezit gehad en verworven. De verdachte heeft de feiten bekend en de rechtbank heeft op basis van de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte en processen-verbaal van aangifte, de feiten bewezen verklaard. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van € 2.000,00 toegewezen aan de benadeelde partij, die de wettelijke vertegenwoordiger is van het slachtoffer. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de beslissing over de straf.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/382219-24 (P)
Uitspraakdatum: 1 juli 2025
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 17 juni 2025 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het [adres] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. W.M. van der Most, en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. G.W.L.A.M. Koppen, advocaat te Eindhoven, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

De verdachte wordt ervan beschuldigd dat hij in de periode van 27 oktober 2023 tot en met 29 oktober 2023 in Haarlem en/of Santpoort-Noord meermalen ontuchtige handelingen heeft verricht met [slachtoffer 1] , die toen tussen de 12 en 16 jaar oud was, waarbij de handelingen bestonden uit het met de vinger van de verdachte binnengaan van haar vagina (feit 1).
Daarnaast wordt de verdachte ervan beschuldigd dat hij in de periode van 26 oktober 2023 tot en met 31 januari 2024 in Haarlem en/of Nederland meerdere kinderpornografische afbeeldingen in bezit heeft gehad en heeft verworven (feit 2 en feit 3).
De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de drie ten laste gelegde feiten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en heeft daarbij gewezen op de samenloop van de feiten 2 en 3.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt op grond van de feiten en omstandigheden, die zijn vervat in de hierna te noemen bewijsmiddelen, tot de bewezenverklaring van de feiten 1, 2 en 3. Daarbij zal zij, nu de verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen op grond waarvan tot een bewezenverklaring is gekomen, namelijk:
Feit 1:
  • De bekennende verklaring van de verdachte, ter terechtzitting van 17 juni 2025 afgelegd;
  • Een proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) van 14 juni 2024 (pagina 85 e.v.);
  • Een proces-verbaal van aangifte gedaan door [aangever] van 3 oktober 2024 (pagina 51 e.v.).
Feit 2 en feit 3:
  • De bekennende verklaring van de verdachte, ter terechtzitting van 17 juni 2025 afgelegd;
  • Een proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) van 14 juni 2024 (pagina 85 e.v.);
  • Een proces-verbaal van aangifte gedaan door [aangever] van 8 februari 2024 (pagina 4 e.v.);
  • Een proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) van 6 februari 2024 (pagina 20 e.v.);
  • Een proces-verbaal van bevindingen ‘Beschrijving kp beslagnr 1575770’ van 23 december 2024 (pagina 312 e.v.).
De hiervoor genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1hij in de periode van 27 oktober 2023 tot en met 29 oktober 2023 in Nederland met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten:
het meermalen met de vinger in de vagina van die [slachtoffer 1] te gaan.
Feit 2hij in de periode van 26 oktober 2023 tot en met 31 januari 2024 in Nederland afbeeldingen, te weten foto's en/of video’s, en een gegevensdrager, te weten een Redmagic 9 Pro telefoon (beslagnummer 1575770), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt is betrokken, in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de handen betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en door het camerastandpunt, de onnatuurlijke pose van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeeldingen aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Feit 3hij in de periode van 26 oktober 2023 tot en met 31 januari 2024 in Nederland, afbeeldingen, te weten foto's en/of video's, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt is betrokken, heeft verworven
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de handen betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en door het camerastandpunt, de onnatuurlijke pose van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeeldingen aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
De eendaadse samenloop van:
Feit 2: een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben;
en
Feit 3: een afbeelding bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is daarom strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is daarom strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Aan de proeftijd dienen de bijzondere voorwaarden te worden verbonden zoals die zijn geadviseerd door de reclassering.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank gevraagd te volstaan met een taakstraf, eventueel gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf. De raadsman vindt dit passend gelet op de impact die een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal hebben op het leven van de verdachte, het gegeven dat de verdachte niet uit was op seksueel contact met minderjarigen en zijn persoonlijke omstandigheden.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder die zijn begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met de vijftienjarige [slachtoffer 1] en heeft daarnaast kinderpornografisch beeldmateriaal in bezit gehad en verworven. Op deze afbeeldingen was de elfjarige [slachtoffer 2] te zien. De verdachte heeft verklaard dat hij via een datingapp in contact is gekomen met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Daarna heeft hij op zeer expliciete wijze, seksueel getinte gesprekken gevoerd met beide minderjarige meisjes. Tijdens deze gesprekken is beeldmateriaal uitgewisseld met beide meisjes waarbij ook door [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] (naakt)beelden zijn toegestuurd aan de verdachte. Ten aanzien van [slachtoffer 1] is het niet bij deze online gesprekken gebleven, maar hebben er ook twee ontmoetingen plaatsgevonden. Tijdens deze ontmoetingen heeft de verdachte [slachtoffer 1] gevingerd.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte zich had moeten realiseren dat sprake was van ongelijkwaardig en voor de slachtoffers (psychisch) schadelijk contact. Minderjarigen moeten gelet op hun jeugdige leeftijd in het algemeen geacht worden nog in onvoldoende mate in staat te zijn zelf hun seksuele grenzen te bewaken en de gevolgen van hun gedrag in dit opzicht te overzien. Daarom zijn zij op seksueel gebied ook wettelijk beschermd tegen oudere, verder ontwikkelde volwassenen, zoals de verdachte. De verdachte is hierin ernstig tekortgeschoten en heeft zijn eigen lustgevoelens laten prevaleren boven de belangen van de minderjarige slachtoffers. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft gekeken naar het strafblad van de verdachte van 23 mei 2025, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit. De rechtbank zal het strafblad van de verdachte dan ook niet in zijn nadeel meewegen.
De rechtbank heeft ook gekeken naar het rapport van de reclassering van 4 juni 2025 dat over de verdachte is uitgebracht. Uit dit rapport blijkt dat de verdachte beschikt over stabiele huisvesting en dagbesteding. In de periode waarin de feiten zijn gepleegd kampte de verdachte met spanningen en kon zijn dagbesteding geen beschermende rol vervullen. Om te kunnen omgaan met de spanningen zocht de verdachte meer naar spanning en seks, wat de verdachte ter zitting ook heeft erkend. De verdachte zegt zijn gedrag af te keuren. De verdachte heeft inmiddels gesproken over het delict met iemand in zijn netwerk en heeft hulp gezocht bij de huisarts.
Door de reclassering wordt het risico op recidive ingeschat als matig-laag en zij adviseert om aan de verdachte bijzondere voorwaarden op te leggen. De verdachte heeft aangegeven zich aan de bijzondere voorwaarden te willen houden.
Conclusie van de rechtbank
Bij het bepalen van de aard en hoogte van de op te leggen sancties heeft de rechtbank, naast hetgeen hiervoor is overwogen, ook gekeken naar de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en naar de oriëntatiepunten van het LOVS. Het oriëntatiepunt voor het bezit van kinderporno is een (voorwaardelijke) gevangenisstraf voor de duur van zes maanden en een taakstraf voor de duur van 240 uren. Voor het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarigen zijn door de rechtspraak geen oriëntatiepunten ontwikkeld.
In dit geval heeft de verdachte de afbeeldingen verkregen door actief (online) contact te onderhouden met de minderjarige meisjes, ook toen – in het bijzonder in het geval van de elfjarige [slachtoffer 2] – duidelijk was dat hij te maken had met een minderjarige. Nu de verdachte naast het bezit van de afbeeldingen die hij op deze manier had verkregen ook wordt veroordeeld voor het plegen van ontuchtige handelingen, is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf geen passende strafmodaliteit meer is en dat een gevangenisstraf de enige passende sanctie is. De rechtbank kent hierbij veel waarde toe aan de impact die dergelijke feiten hebben, en ook op latere leeftijd nog kunnen hebben, op de slachtoffers.
De rechtbank onderkent dat detentie hoogstwaarschijnlijk een grote impact zal hebben op het leven van de verdachte, maar dit kan geen afbreuk doen aan de op de rechtbank rustende taak om een straf op te leggen die passend is bij de ernst van de gepleegde strafbare feiten en het leed dat de slachtoffers (en hun families), is aangedaan. Daar staat tegenover dat de rechtbank de straf die is geëist door de officier van justitie te hoog vindt. De rechtbank weegt in het voordeel van de verdachte mee dat de verdachte vanaf het moment van zijn aanhouding openheid van zaken heeft gegeven. Daarnaast heeft de rechtbank de indruk dat hij inziet dat zijn handelen ontoelaatbaar was.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden moet worden opgelegd. De rechtbank bepaalt dat hiervan zes maanden vooralsnog niet ten uitvoer worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren. De rechtbank acht een fors voorwaardelijk deel passend, zodat de verdachte ervan wordt weerhouden nieuwe (zeden)feiten te plegen. Daarnaast benadrukt de rechtbank het belang van behandeling van de verdachte, waarbij het positief is dat de verdachte de noodzaak van behandeling ook zelf inziet. Daarom zal de rechtbank aan het voorwaardelijk strafdeel ook de bijzondere voorwaarden verbinden zoals geadviseerd door de reclassering.

7.Beslag

De rechtbank is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven telefoon moet worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de bewezen verklaarde feiten 2 en 3 met behulp van deze telefoon zijn begaan, en op deze telefoon is kinderporno aangetroffen. Gelet op dit laatste acht de rechtbank het ongecontroleerde bezit van deze telefoon in strijd met het algemeen belang.

8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

De vordering
Namens de benadeelde partij [aangever] , als wettelijk vertegenwoordiger van het slachtoffer [slachtoffer 2] , is een vordering tot schadevergoeding van € 2.000,00 ingediend tegen de verdachte wegens immateriële schade die het slachtoffer als gevolg van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden.
De standpunten
De officier van justitie heeft gevraagd om de vordering volledig toe te wijzen. De raadsman heeft gevraagd de hoogte van het toe te wijzen bedrag te matigen.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft gekeken naar de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de gevolgen daarvan voor het slachtoffer. Zij is als elfjarig meisje online in gesprek geraakt met de verdachte. Deze gesprekken kregen al snel een (zeer expliciete) seksuele lading en zij heeft (op verzoek van de verdachte) naaktbeelden van zichzelf gestuurd aan de verdachte. Het ligt naar het oordeel van de rechtbank zozeer voor de hand dat zij daar nadelige gevolgen van heeft ondervonden, dat sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze als bedoeld in artikel 6:106, aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de gestelde immateriële schade het rechtstreeks gevolg is van hetgeen is bewezenverklaard onder 2 en 3 en voor vergoeding in aanmerking komt. De hoogte van de vordering komt de rechtbank billijk voor en de rechtbank zal de vordering dan ook toewijzen tot een bedrag van € 2.000,00. Het toegewezen bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank bepaalt de datum waarop de wettelijke rente aanvangt op 31 januari 2024. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f Sr op te leggen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36f, 55, 57, 240b (oud) en 245 (oud) van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
negen (9) maanden.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot zes (6) maanden
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als
bijzondere voorwaardendat:
Meldplicht bij de reclassering
de veroordeelde zich meldt op afspraken bij Reclassering Nederland ( [adres] ) en zich blijft melden op afspraken zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
Ambulante behandeling
de veroordeelde zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
Contactverbod
De veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met:
o [slachtoffer 2] ;
o [slachtoffer 1] .
4. Vermijden kinderporno
de veroordeelde:
a. digitale omgevingen vermijdt waarin hij in aanraking kan komen met kinderpornografisch materiaal;
b. digitale omgevingen vermijdt waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
c. geen gebruik maakt van virtuele machines, versleutelprogramma’s (zoals Bitlocker, Veracrypt) of applicaties die helpen de identiteit te verbergen (zoals een VPN), tenzij de reclassering toestemming heeft gegeven voor het gebruik (zoals voor werk of voor bankzaken);
d. inzicht geeft in de wijze waarop hij de omgevingen genoemd onder a en b zal vermijden en bespreekt hoe dit verlopen is voor het verstreken deel van de proeftijd.
Het toezicht op de naleving van de onderdelen a. tot en met c. beperkt zich tot geautomatiseerde controles van digitale apparaten (zoals computers, smart devices, USB-sticks, SD-kaarten, externe harde schijven) waarop bestanden kunnen worden opgeslagen en/of waarmee internet kan worden benaderd en die de verdachte in gebruik heeft.
De veroordeelde werkt mee aan deze controles tijdens (on)aangekondigde huisbezoeken en verschaft toegang tot alle aanwezige digitale apparaten die de verdachte in gebruik heeft. Hieronder wordt begrepen het verstrekken van wachtwoorden, codes of andere wijzen van ontgrendeling of ontsluiting zoals vingerafdrukken, die nodig zijn voor toegang. Op verzoek past de veroordeelde de instellingen zodanig aan dat controle mogelijk is. De wijzigingen mogen niet leiden tot definitieve wijzigingen aan het apparaat en worden aan het einde van de controle weer teruggezet.
De controles worden uitgevoerd door de reclassering. Indien en voor zover noodzakelijk mag de reclassering voor ondersteuning op technisch en digitaal gebied een specialist, niet zijnde een opsporingsambtenaar meenemen.
De controles mogen gedurende de proeftijd maximaal zes keer worden uitgevoerd, waarbij de persoonlijke levenssfeer van de veroordeelde zoveel mogelijk wordt geëerbiedigd. De controles strekken er in het bijzonder niet toe een min of meer volledig beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de veroordeelde.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Onttrektaan het verkeer:
1 STK GSM (goednummer: 1575770)
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 2]geleden schade, gevorderd door [aangever] als haar wettelijk vertegenwoordiger, tot een bedrag van
€ 2.000,00, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 januari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [aangever] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 2.000,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.M.G. Hink, voorzitter,
mr. D.H. Bakker en mr. M.E. Olthof, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. van Splunter,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 juli 2025.
Bijlage 1: de tenlastelegging
Feit 1hij in of omstreeks de periode van 27 oktober 2023 tot en met 29 oktober 2023 te Haarlem en/of Santpoort-Noord, in elk geval in Nederland met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten:
het één of meermalen met de vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] te gaan.
Feit 2hij in of omstreeks de periode van 26 oktober 2023 tot en met 31 januari 2024 te Haarlem, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of gegevensdragers, te weten een Redmagic 9 Pro telefoon (beslagnummer 1575770) bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de hand(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto nummer 1 van de toonmap, blz. 325 van het dossier)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Foto's 2, 3, 4 en 5 van de toonmap, blz. 325-326 van het dossier).
Feit 3hij in of omstreeks de periode van 26 oktober 2023 tot en met 31 januari 2024 te Haarlem, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of gegevensdragers, te weten een Redmagic 9 Pro telefoon (beslagnummer 1575770) bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de hand(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto nummer 1 van de toonmap, blz. 325 van het dossier)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Foto's 2, 3, 4 en 5 van de toonmap, blz. 325-326 van het dossier)