ECLI:NL:RBNHO:2025:766
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake verzoek om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft eiseres op 16 augustus 2021 een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad. Op 18 november 2021 heeft het college besloten op het verzoek, waarbij persoonsgegevens en financiële informatie zijn weggelakt. Eiseres ging in bezwaar tegen dit besluit, waarna het college op 13 mei 2022 aankondigde een nadere zoekslag uit te voeren. Op 5 oktober 2022 werd een beslissing op bezwaar genomen, waarbij het college deels tegemoetkwam aan de bezwaren van eiseres. Na een tweede zoekslag heeft het college op 4 juni 2024 een gewijzigd besluit genomen, waartegen eiseres op 18 juni 2024 haar beroep handhaafde.
De rechtbank heeft het beroep op 9 juli 2024 behandeld, maar eiseres en haar gemachtigde hebben zich afgemeld. Tijdens de zitting is afgesproken dat het college een nieuw besluit op bezwaar zou nemen. Dit leidde tot een nieuwe beslissing op 26 augustus 2024, waarop eiseres op 11 september 2024 reageerde. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten, omdat partijen geen tweede zitting wensten.
Eiseres betwistte de zorgvuldigheid van de zoekslag en stelde dat er documenten ontbraken. De rechtbank oordeelde dat het college voldoende had gemotiveerd dat alle relevante stukken openbaar waren gemaakt. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat er meer documenten onder het college berusten en dat het college al het mogelijke had gedaan om aan de verzoeken te voldoen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond voor de besluiten van 5 oktober 2022 en 4 juni 2024, maar ongegrond voor het besluit van 26 augustus 2024. Het college moet het griffierecht aan eiseres vergoeden.