Uitspraak
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 12
- het verweerschrift van de zijde van de Stichting met producties 1 tot en met 14
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van GEM Bloemendalerpolder c.s.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Burgerlijke rechter bevoegd
met geen ander doel dan een ander te schaden of met een ander doel dan waarvoor zij is verleend of in geval men, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen”. Bij de eis dat men in redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen gaat het niet om een subjectieve waardering van de belangen, maar om de wijze waarop een redelijk persoon deze zou waarderen. Alleen als een weldenkend mens in de gegeven omstandigheden in redelijkheid niet tot de uitoefening van de bevoegdheid zou zijn gekomen, is sprake van misbruik van bevoegdheid. Met andere woorden: de uitoefening van de bevoegdheid moet onaanvaardbaar zijn. Het is ook mogelijk dat het aanspannen van een procedure tegenover derden misbruik van bevoegdheid oplevert.
- De (civiele) voorzieningenrechter heeft in het reeds genoemde vonnis van 2 april 2025 overwogen dat de toelichting op artikel 4.4 helder is en dat
- De bestuursrechter heeft in een uitspraak in een voorlopige voorziening van 12 juni 2024 overwogen dat ‘
- Tenslotte heeft de bestuursrechter in de bodemprocedure in de uitspraak van 18 april 2025 overwogen dat ‘d
Wij denken dan overigens aan een verlenging van 2 jaar onder nagenoeg dezelfde modaliteiten als de lopende financiering.”
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)