Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- productie 1 tot en met 14 van Boogaard
- de mondelinge behandeling van 20 juni 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt
- de pleitnota van [eisers]
- de pleitnota van Boogaard.
2.De feiten
3.Het geschil
- Het gerechtshof heeft het rechtsmiddelenverbod van artikel 3:268 lid 3 BW geschonden door zich inhoudelijk uit te laten over het oordeel van de voorzieningenrechter.
- Ten onrechte oordeelt het gerechtshof dat de voorzieningenrechter een fundamenteel rechtsbeginsel heeft veronachtzaamd door niet alle beslaghebbers op te roepen. Krachtens artikel 548 lid 3 BW mocht de voorzieningenrechter echter volstaan met het oproepen van de belanghebbenden die te kennen hebben gegeven gehoord te willen worden.
- Het gerechtshof heeft zelf verzuimd alle belanghebbenden op te roepen, waaronder Poppema Vastgoed.
- Gelet op het aangeleverde taxatierapport heeft het gerechtshof ten onrechte geoordeeld dat geen goedkeuring aan de onderhandse verkoopovereenkomst gegeven kon worden.