ECLI:NL:RBNHO:2025:671
Rechtbank Noord-Holland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsanering na hoger beroep met vaststelling van het aanvangsmoment
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 januari 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de toepassing van de schuldsanering voor de schuldenaar. Het gerechtshof te Amsterdam had op 21 januari 2025 in hoger beroep de schuldenaar toegelaten tot de schuldsanering en de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling. De rechtbank heeft het aanvangsmoment van de looptijd van de schuldsanering vastgesteld op de datum waarop de schuldenaar in het minnelijk traject een 'nulaanbod' aan zijn schuldeisers heeft gedaan, zijnde 21 november 2024. Dit besluit is genomen op basis van de vaststelling dat de schuldenaar geen afloscapaciteit had, wat gelijkgesteld kan worden met een eerste aflossing volgens de Faillissementswet.
De rechtbank heeft ook de looptijd van de schuldsanering vastgesteld op 18 maanden, die eindigt op 21 mei 2026. Daarnaast heeft de rechtbank besloten over de benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder, en over het voorschot op het salaris van de bewindvoerder. De rechter-commissaris die is benoemd is mr. M.P. de Valk. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op dezelfde datum.