ECLI:NL:RBNHO:2025:670

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 januari 2025
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
C/15/359708 FT RK 24/863
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) en verlenging van de looptijd

Op 23 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de toelating van de schuldenares tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De schuldenares heeft verzocht om toelating tot de WSNP, waarbij de rechtbank moest beoordelen of zij voldoet aan de wettelijke eisen en of er aanleiding is voor een eerdere ingangsdatum. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares voldoet aan de toelatingseisen en heeft haar met ingang van 23 januari 2025 toegelaten tot de WSNP. De looptijd van de WSNP is vastgesteld op 22 maanden, te rekenen vanaf 1 februari 2024, en eindigt op 1 december 2025. De rechtbank heeft ook de termijn van de schuldsaneringsregeling verlengd, omdat de schuldenares tijdens het minnelijk traject niet volledig aan haar inspanningsplicht heeft voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares in de periode tot juni 2024 21 uur per week heeft gewerkt en vanaf juni 2024 26 uur per week, wat niet voldeed aan de minimale inspanning van 36 uur per week. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 1 februari 2024, rekening houdend met de periode waarin de schuldenares niet volledig aan haar verplichtingen heeft voldaan. De rechtbank heeft ook een rechter-commissaris en bewindvoerder benoemd en aangegeven dat het vonnis kan worden aangevochten binnen acht dagen na de uitspraakdatum.

Uitspraak

VONNIS TOELATING WSNP

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
zittingsplaats: Alkmaar
afdeling: Handel, Kanton en Insolventie
zaaknummer: 15/359708 FT RK 24/863
naam rechter: mr. J. van der Kluit
insolventienummer: R.15/25/18
uitspraakdatum: 23 januari 2025
in de zaak van: [schuldenares] (hierna: schuldenares)
geboren op: [geboortedatum] 1970 te [plaats 1]
wonende te: [plaats 2]
schuldhulpverlener: Kredietbank Nederland.

1.Samenvatting

Schuldenares heeft de rechtbank verzocht om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp). De rechtbank moet beoordelen of schuldenares voldoet aan de wettelijke eisen die daarvoor gelden. Daarnaast moet de rechtbank beoordelen of er aanleiding is om een eerdere ingangsdatum van de wsnp te bepalen.

2.Beslissing van de rechtbank

De rechtbank laat schuldenares met ingang van 23 januari 2025 toe tot de wsnp. De termijn van de wsnp duurt 22 maanden te rekenen vanaf 1 februari 2024. De wsnp zal dus eindigen op 1 december 2025.

3.Gevolgen voor schuldenaar

  • Schuldenares moet zich tot 1 december 2025 houden aan de verplichtingen van de wsnp. In de eerder toegestuurde brochure staat wat die verplichtingen zijn.
  • Zo lang de wsnp duurt, mogen schuldeisers geen betaling eisen voor de al bestaande schulden.
  • Als schuldenares zich aan alle verplichtingen houdt, komt zij in aanmerking voor de schone lei. Als schuldenares zich niet aan de verplichtingen houdt, kan de wsnp (eerder) worden beëindigd zonder schone lei. Schuldeisers kunnen schuldenares dan weer tot betaling dwingen.

4.Redenen voor deze beslissing

De rechtbank stelt vast dat schuldenares voldoet aan de toelatingseisen.
Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 20 december 2024 [1] zal de rechtbank (ambtshalve) onderzoeken of er aanleiding bestaat om een eerder aanvangsmoment van de termijn van de wsnp te bepalen dan het moment waarop de wsnp met dit vonnis wordt toegepast.
De rechtbank stelt aan de hand van een aan het dossier toegevoegd aflosschema vast dat schuldenares op 10 april 2024 haar eerste aflossing heeft gedaan. Het gaat om twee betalingen ten behoeve van de voorafgaande maanden februari 2024 en maart 2024. De rechtbank ziet daarin aanleiding om voor de datum van eerste aflossing uit te gaan van 1 februari 2024. Vervolgens heeft schuldenares voor de maanden april 2024 tot en met december 2024 maandelijks afgedragen. In totaal heeft schuldenares een bedrag van
€ 1.304,00 ten behoeve van haar schuldeisers gespaard. Dit bedrag bevat naast de maandelijkse afdrachten een bedrag van € 600,00 uit de verkoopopbrengst van een tijdens het minnelijk traject verkochte caravan. Het afgeloste bedrag uit de verkoopopbrengst van de caravan zal de rechtbank niet betrekken bij de bepaling van het aanvangsmoment van de termijn van de wsnp, omdat de verkoop van de caravan niet van invloed is op de looptijd van de wsnp. Als de caravan niet in het minnelijk traject was verkocht, zou die immers op enig moment alsnog tijdens de wsnp zijn verkocht.
Verder stelt de rechtbank vast dat schuldenares in de periode tot juni 2024 21 uur per week heeft gewerkt en met ingang juni 2024 26 uur per week. Schuldenares heeft tijdens de zitting verklaard dat 26 uur per week werken het maximaal haalbare is waartoe zij in staat is vanwege medische klachten. Zij heeft niet aanvullend gesolliciteerd. Het verzoekschrift bevat geen (medische) bewijsstukken die de stelling van schuldenares dat zij niet meer kon werken, onderbouwen. De rechtbank gaat daarom ervan uit dat schuldenares zich niet maximaal heeft ingespannen om zoveel mogelijk inkomsten ten bate van de schuldeisers te verdienen. Uitgangspunt daarvoor is dat een schuldenaar minimaal 36 uur per week werkt.
De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat schuldenares tijdens het minnelijk traject gedeeltelijk heeft voldaan aan haar inspannings- en afdrachtverplichting. De rechtbank zal daarom de ingangsdatum van de termijn van de wsnp bepalen op 1 februari 2024 (de datum die de rechtbank hiervoor heeft aangemerkt als datum van eerste aflossing). Bij de bepaling van de lengte van de termijn van de wsnp zal de rechtbank rekening houden met de periode in het minnelijk traject dat schuldenares niet volledig aan haar inspanningsverplichting heeft voldaan. In de periode van februari tot juni 2024 heeft schuldenares 15 uur per week te weinig gewerkt. In de periode vanaf juni 2024 tot en met december 2024 heeft schuldenares 10 uur per week te weinig gewerkt. De rechtbank ziet daarin aanleiding om de termijn van de wsnp met vier maanden te verlengen, om schuldenares in de gelegenheid te stellen die gemiste uren te compenseren. Dat betekent dat de looptijd van de wsnp 22 maanden zal zijn.
De ingangsdatum van de wsnp wordt dus vastgesteld op 1 februari 2024 en zal dus eindigen op 1 december 2025.

5.Stukken waarop dit vonnis is gebaseerd

  • Het verzoekschrift
  • De e-mail van de beschermingsbewindvoerder van 21 januari 2025 voorzien van een aflosschema.
  • De aantekeningen van de zitting die op 14 januari 2025 plaatsvond. Op deze zitting zijn schuldenares, [betrokkene 1] en [betrokkene 2] (beschermingsbewindvoerders)

6.Andere gevolgen van dit vonnis

  • De rechtbank benoemt tot rechter-commissaris: mr. M.P. de Valk
  • De rechtbank benoemt tot bewindvoerder:
[bewindvoerder]
 De bewindvoerder mag een voorschot op het salaris nemen volgens het Besluit salaris bewindvoerder. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- als er genoeg geld op de boedelrekening staat.
 De bewindvoerder ontvangt de komende dertien maanden, of zolang de wsnp duurt de post van schuldenares en mag deze inzien.

7.7. Mogelijkheden om dit vonnis aan te vechten

Dit vonnis kan, voor zover het vaststelling van de eerdere ingangsdatum en de verlenging van de looptijd van de wsnp betreft, binnen acht dagen na de uitspraakdatum worden aangevochten bij het gerechtshof Amsterdam. Dit kan alleen met behulp van een advocaat.
De griffier De rechter