Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verzoek
2.De beoordeling
3.De beslissing
schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
Rechtbank Noord-Holland
Op 14 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in een bodemzaak betreffende de omzetting van het faillissement van de schuldenaar in een schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar op 19 november 2024 een verzoek heeft ingediend tot opheffing van het faillissement, dat op 29 augustus 2023 was uitgesproken, en tegelijkertijd de toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft verzocht. Tijdens de zitting op 7 januari 2025 heeft de curator positief geadviseerd over dit verzoek, waarbij hij heeft verklaard dat de schuldenaar vanaf augustus 2024 maandelijks heeft afgelost aan de faillissementsboedel.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek voldoet aan de gestelde eisen en dat er geen gronden zijn voor afwijzing. Daarom heeft de rechtbank besloten het faillissement op te heffen en om te zetten in de schuldsaneringsregeling. De termijn van de schuldsaneringsregeling is vastgesteld op anderhalf jaar, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak of de datum van de eerste aflossing, afhankelijk van welke datum eerder valt. De rechtbank heeft het aanvangsmoment van de termijn vastgesteld op 20 augustus 2024, de datum waarop de schuldenaar zijn eerste aflossing aan de faillissementsboedel heeft gedaan.
In de beslissing heeft de rechtbank ook het salaris van de curator vastgesteld op € 78.230,25 en de kosten op € 3.129,21. De rechtbank heeft mr. M.P. de Valk benoemd tot rechter-commissaris en een bewindvoerder aangesteld. Tevens is er een last gegeven aan de bewindvoerder om gedurende dertien maanden brieven en telegrammen gericht aan de schuldenaar te openen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.