Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[gedaagde 1] ,voorheen onder meer handelend onder de namen: [bedrijf 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
Div werkzaamheden (…) + materialen’, ‘
Voorschot’ of ‘
Restant’. Op een enkele factuur na met materiaalomschrijving, ontbreken uren- of materiaalspecificaties. [bedrijf 4] heeft de facturen van de eenmanszaak van [gedaagde 1] aan [eiser] doorbelast.
3.Het geschil
4.De beoordeling
is betaald.
Ik heb [betrokkene 4] wel een aantal keer gezien, maar [gedaagde 1] stemde met [betrokkene 4] af wat er moest gebeuren. (…) [gedaagde 1] en [gedaagde 2] besloten wat er moest gebeuren en stelden voor om de facturen voor de verbouwing door [betrokkene 4] op naam van [eiser] te zetten. [gedaagde 1] en [betrokkene 4] hadden dan contact, waarna [betrokkene 4] een factuur maakte. De facturen van [bedrijf 4] werden niet naar mij of [eiser] gestuurd. Deze werden aan [gedaagde 1] of [gedaagde 2] gegeven, die de facturen weer aan mij gaven. Ik zorgde er dan voor dat ik die rekening via [eiser] liet betalen. Zij wisten ook dat ik die rekening via [eiser] liet betalen. Zij wisten ook dat ik betalingen op een bepaald moment moest krijgen om de betaling te kunnen doen. Dat stemden [gedaagde 2] , [gedaagde 1] en ik af. Zo is dat jarenlang gegaan.”
zelf de facturen van [betrokkene 4] , die op naam van [eiser] stonden, aan mijn vader [gaven].”
[gedaagde 2] en [gedaagde 1] wisten dat ik [eiser] liet betalen voor onze uitgaven. Zij wisten dat vanaf het begin, in 2016. Zo is de hele verbouwing van de woning in [plaats 3] betaald. Ik heb nooit expliciet uitgesproken dat ik fraude pleegde. Zij wisten dat ik op rekening van [eiser] spullen kon kopen of regelen, zonder dat ik of zij daarvoor hoefden te betalen. Zij hebben dat ook zelf aan mij voorgesteld en vroegen mij ook vaak om weer dingen te kopen. Dat is, achteraf bezien, uit de hand gelopen.
[eiser] een poot werd besodemieterd”, onder meer omdat ze op de bankrekeningen van [betrokkene 1] konden kijken en dus wisten dat [betrokkene 1] de verbouwingen en spullen niet kon betalen en omdat zij zelf de facturen van [bedrijf 4] die op naam van [eiser] stonden aan [betrokkene 1] gaven.
U vertelt mij dat [gedaagde 1] , via zijn bedrijf ongeveer EUR 350.000,- heeft ontvangen van [betrokkene 4] wegens zogenaamde werkzaamheden via zijn eenmanszaak aan de woning te [plaats 3] . Ik wist dat niet. Ik schrik daarvan. Ik kan mij niet voorstellen waarom [gedaagde 1] betaald had moeten krijgen voor zijn werkzaamheden aan de woning en op het erf waar hij zelf gratis woonde. Laat staan EUR 350.000,-.
Ook [betrokkene 4] wist gewoon hoe het zat. Hij schakelde met [gedaagde 1] of [gedaagde 2] . (…) Ik schakelde [betrokkene 4] niet in, [gedaagde 2] en [gedaagde 1] bespraken met [betrokkene 4] wat er moest gebeuren.(…).
Ik heb [betrokkene 4] wel een aantal keer gezien, maar [gedaagde 1] stemde met [betrokkene 4] af wat er moest gebeuren.(…)
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] besloten wat er moest gebeuren(…).”
€ 1.888.208,73 (inclusief btw). Nadat [eiser] een bedrag van in totaal € 1.292.408,09 heeft ontvangen uit de verkoop van de (on)roerende goederen van [betrokkene 1] , heeft [eiser] haar eis verminderd en met toepassing van artikel 6:44 BW de ontvangen betalingen in mindering gebracht op haar vordering van de (incasso- en beslag)kosten, vervolgens de (tot 21 november 2024) verschenen rente en tenslotte de hoofdsom. [eiser] vordert daarmee een resterende hoofdsom van € 1.053.601,00. De rechtbank merkt op dat [eiser] de (resterende) kosten ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid van
€ 125.190,17, de beslagkosten van € 5.070,38 en de buitengerechtelijke kosten van
€ 8.197,75 heeft meegenomen in het primair als hoofdsom gevorderde bedrag. Het oordeel over deze kosten, zal daarom (mede) bepalen in welke mate de rechtbank het gevorderde bedrag in hoofdsom zal toewijzen.
€ 1.100,00 (exclusief btw) komen wel voor vergoeding in aanmerking. Aannemelijk is dat zij deze uren hebben moeten besteden om de fraude in kaart te brengen en tijd hebben besteed aan overleg met de accountant. Deze werkzaamheden hebben zij verricht in loondienst bij [eiser] , zodat deze kosten rechtstreeks ten laste zijn gekomen van [eiser] . De kosten komen de rechtbank ook niet onredelijk voor gelet op de omvang van de schade en de periode waarop deze ziet. De gevorderde btw over deze kosten komt niet voor vergoeding in aanmerking, omdat [eiser] de btw – indien al verschuldigd – in aftrek kan nemen.
- € 98.840,64 (afgewezen (deel van de) kosten ter vaststelling van de schade en
- € 8.197,75 aan afgewezen buitengerechtelijke kosten en
- € 880,01 aan btw over de deurwaardersexploten.