ECLI:NL:RBNHO:2025:60
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een onherroepelijke uitspraak inzake de Zaanderhorn als openbare weg
Op 9 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 9 juli 2021. Verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], hebben de rechtbank verzocht om herziening op basis van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven tot herziening. De rechtbank heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad en de besloten vennootschap North Sea Venue als derde-belanghebbenden aangemerkt en hen in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen. Na ontvangst van de zienswijze van het college op 20 september 2023, heeft de rechtbank partijen uitgenodigd voor een zitting op 28 maart 2024. Verzoekers vroegen om uitstel, wat door de rechtbank werd afgewezen. Vervolgens hebben verzoekers de rechters gewraakt, maar dit verzoek werd op 24 mei 2024 afgewezen. De rechtbank heeft op basis van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 april 2024 geoordeeld dat de door verzoekers aangevoerde feiten en omstandigheden niet nieuw zijn en dat deze niet tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De rechtbank heeft daarom het verzoek om herziening afgewezen, omdat er geen grond was om anders te oordelen dan de Afdeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken op 9 januari 2025.