Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[eiser] B.V.tevens h.o.d.n.
[bedrijf]
Rechtbank Noord-Holland
In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 9 april 2025 een verstekvonnis gewezen in de zaak van [eiser] B.V. tegen [gedaagde]. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. C.A.M.H. Vink, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de kantonrechter over de oneerlijkheid van bepaalde incassobedingen in de algemene voorwaarden. Deze bedingen zijn door de kantonrechter vernietigd, wat heeft geleid tot de afwijzing van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 15 januari 2025 reeds een oordeel gegeven over de oneerlijkheid van de bedingen, en de eisende partij heeft geen aanleiding gezien om hierop terug te komen. De artikelen 10.2, 11.2, 11.3 en 11.4 van de algemene voorwaarden zijn vernietigd voor zover deze betrekking hebben op buitengerechtelijke incassokosten. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.