Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
2.De feiten
{Afbeelding1}
3.Het geschil
In voorwaardelijke reconventie stelt het Hoogheemraadschap dat [eiser] ten tijde van de inbezitname wist dat de betreffende grondstroken toebehoorden aan het Hoogheemraadschap. Als gevolg van zijn kwade trouw heeft [eiser] door het instellen van zijn verjaringsvordering onrechtmatig jegens het Hoogheemraadschap gehandeld en is hij aansprakelijk voor de schade die het Hoogheemraadschap als gevolg van deze vordering heeft geleden dan wel zal lijden (HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:309, gemeente Heusden).
4.De beoordeling
[eiser] stelt dat hij in 1981 een deel van de sloot op perceel [kadasternummer 6] droog heeft gelegd, de drassige tuin daar heeft opgehoogd en naar eigen inzicht heeft ingericht;
[eiser] stelt dat zijn tuin al meer dan 20 jaar ontoegankelijk is via de voorzijde van zijn woning (waar ook de grondstrook [kadasternummer 6] ligt) als gevolg van de daar geplaatste schutting en het voor de schutting geplaatste kippenhok en de daar tevens aanwezige veldschuur. Nadat hij in 1988 het perceel [kadasternummer 3] verkreeg, heeft hij zijn terrein omheind met een hardhouten schutting, aldus [eiser]. Vanaf dat moment was het onmogelijk om de percelen te betreden via de openbare weg;
De grondstrook op perceel [kadasternummer 5] is volgens [eiser] sinds 1981 diverse keren door hem opgehoogd en ingericht. [eiser] heeft foto’s overgelegd die zijn gemaakt toen de strook in 1994 voor de tweede maal werd opgehoogd;
[eiser] stelt dat hij in 1986 het botenhuis, de steiger en de beschoeiing heeft gebouwd dan wel aangebracht. Het botenhuis is via de steiger bereikbaar. Het aanbrengen van beschoeiing langs de waterkant was noodzakelijk om afkalving en verzakking van de tuin tegen te gaan, aldus [eiser]. Inmiddels is de beschoeiing grotendeels vergaan. Enkele palen zijn nog zichtbaar. Onlangs (begin 2025) heeft [eiser] een nieuwe beschoeiing aangebracht tussen zijn gazon en het riet;
[eiser] stelt dat de grote tuinschuur en de terrassen al in 1982 zijn gebouwd en aangelegd. De tuinschuur is in 2015 vervangen door de huidige versie ervan.
[eiser] heeft verschillende grote planten, struiken en bomen op de grondstroken geplaatst. Als gevolg daarvan is volgens hem sprake van een ‘groene’ muur die fungeert als erfafscheiding aan de zijde van het water op het perceel [kadasternummer 3].
Met betrekking tot de beschoeiing merkt zij op dat er slechts sprake is van beschoeiing onder het huidige terras, en niet langs de gehele gepretendeerde verjaringsgrens. Enig bewijs van het moment van aanbrengen van de beschoeiing ontbreekt, aldus het Hoogheemraadschap. Zij betwist dat de betreffende grondstrook waarlangs [eiser] beschoeiing heeft aangebracht door bezit en verjaring eigendom van [eiser] is geworden.