ECLI:NL:GHAMS:2018:1482
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Eigendomsgeschil en verjaring van revindicatie in het civiele recht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een verstekvonnis van de rechtbank Amsterdam. [appellante] woont sinds 1984 in een appartement dat eigendom is van [geïntimeerde], die destijds in het buitenland verbleef. [appellante] heeft de woning onderhouden en verbouwd, maar heeft nooit huur betaald. In 2003 heeft zij geprobeerd de woning te kopen, maar [geïntimeerde] reageerde niet op haar pogingen. In 2018 heeft het Gerechtshof Amsterdam geoordeeld dat [appellante] door haar langdurige en openlijke bezetting van de woning, en de substantiële verbouwingen die zij heeft uitgevoerd, het eigendom van de woning heeft verkregen. Het hof oordeelde dat de vordering van [geïntimeerde] tot revindicatie verjaard was, omdat deze na 20 jaar verjart, ongeacht of [appellante] te goeder trouw was of niet. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en verklaarde [appellante] tot eigenaar van de woning, terwijl [geïntimeerde] werd veroordeeld in de proceskosten.