Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 april 2025 in de zaak tussen
[verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker
Samenvatting
Procesverloop
.Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
5.3 De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Naar vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) komt een college van burgemeester en wethouders bij het nemen van een verkeersbesluit een ruime beoordelingsmarge toe bij de uitleg van de begrippen “veiligheid op de weg”, “bruikbaarheid (van de weg)” en “vrijheid van het verkeer”. Het is aan het college om alle verschillende bij het nemen van een dergelijk besluit betrokken belangen tegen elkaar af te wegen. De rechter zal zich bij de beoordeling van een dergelijk besluit terughoudend moeten opstellen en slechts moeten toetsen of het besluit strijdig is met wettelijke voorschriften, dan wel of sprake is van een zodanige onevenwichtigheid in de afweging van de betrokken belangen, dat het college niet in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. [1] Van strijdigheid met wettelijke voorschriften of een zeer onevenwichtige afweging van de betrokken belangen is naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake.