Uitspraak
2.De beoordeling
De kantonrechter wijst de eisende partij erop dat het ontbreken van een dergelijke onderbouwing in eventuele vervolgzaken [2] kan leiden tot afwijzing van de vordering.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 april 2025 uitspraak gedaan in een bodemprocedure tussen Stichting Prokino Kinderopvang en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van een bedrag van € 7.809,91, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, op basis van een overeenkomst op afstand. De kantonrechter heeft ambtshalve de informatieplichten van de eisende partij getoetst, zowel precontractueel als contractueel, met betrekking tot het wettelijk herroepingsrecht. De kantonrechter concludeert dat de eisende partij niet heeft voldaan aan de informatieplicht zoals vastgelegd in de artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek. Dit heeft geleid tot de beslissing om een sanctie van 10% van de verschuldigde hoofdsom op te leggen, omdat de eisende partij de consument niet op duidelijke wijze heeft geïnformeerd over het herroepingsrecht. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van € 6.044,05 toegewezen, na rekening te houden met een eerdere deelbetaling door de gedaagde partij. Tevens zijn de buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat de kantonrechter deze als oneerlijk heeft beoordeeld. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van informatieplichten in consumentenovereenkomsten en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen.