Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord, met 4 producties;
- het tussenvonnis van 12 februari 2025
- de voorafgaande aan de mondelinge behandeling door Wilms Beleggingen ingezonden producties 7 tot en met 9.
3.De feiten
4.Het geschil
(i) verklaart voor recht dat [gedaagde] als medehuurder kan worden aangemerkt;
(ii) de huurovereenkomst tussen Wilms Beleggingen en [gedaagde] ontbindt;
(iii) [gedaagde] veroordeelt tot ontruiming van het gehuurde bedrijfspand;
(iv) [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een bedrag aan achterstallige huurtermijnen van
€ 21.148,80, te vermeerderen met lopende huurtermijnen en schadevergoeding.
5.De beoordeling
“voor zichzelf als bestuurder alsmede voor zich in privé [1] ” en
“huurder (zakelijk danwel in privé)” [2] te vaag. In de overeenkomst zelf is niet uitgelegd wat partijen hiermee hebben bedoeld.
De huurovereenkomst moet daarbij niet op zichzelf worden beschouwd, maar in samenhang met de “sale and lease back constructie”, waarbij (i) [De Holding B.V.] het bedrijfspand heeft verkocht aan Wilms Beleggingen en (ii) Greens & Garden ter continuering van haar gebruik van het bedrijfspand een huurovereenkomst met Wilms Beleggingen heeft gesloten. Waar Greens & Garden eerst van haar moedermaatschappij [De Holding B.V.] het gebruiksrecht had verkregen, heeft Greens & Garden vanaf 24 augustus 2023 het pand van Wilms Beleggingen in gebruik gehad.
“uitsluitend(zal)
worden bestemd om te gebruiken als opslagruimte/ verkoopruimte / kantoorruimte ten behoeve van zijn hoveniersbedrijf” [4] .
Met de term “hoveniersbedrijf” wordt uitsluitend gedoeld op het door Greens & Garden destijds geëxploiteerde hoveniersbedrijf. Dat [gedaagde] daarnaast voor eigen rekening en risico een eigen hoveniersbedrijf heeft geëxploiteerd, heeft Wilms Beleggingen namelijk niet gesteld en is ook niet gebleken.
Dit leidt tot de conclusie dat Greens & Garden wel als huurder, maar [gedaagde] niet als medehuurder is te beschouwen. De kantonrechter neemt hierbij in aanmerking dat het verstrekken van gebruik het kenmerkende aspect is van een huurovereenkomst. [5] De kantonrechter legt de overeenkomst daarom zo uit dat dat Wilms Beleggingen het pand uitsluitend in gebruik heeft gegeven aan Greens & Garden met als doel om haar in de gelegenheid te stellen aldaar haar exploitatie van het hoveniersbedrijf voort te zetten. Nu aan [gedaagde] geen persoonlijk gebruiksrecht is verstrekt, kan hij niet als (mede) huurder worden beschouwd.
“- na 3 jaar krijgt huurder (Greens & Garden alsmede [gedaagde] en zijn echtgenote in privé) de mogelijkheid om een alternatieve huurder aan te dragen welke middels een indeplaatsstelling in de plaats mag treden van huurder Uiteraard dient verhuurder in te stemmen c.q. akkoord te gaan met een door huurder aan te geven solvabele huurder”
“
dat de huurperiode zal in gaan per 1 augustus 2023 voor een periode van 5 + 5 jaar, waarbij huurder (zakelijk danwel in privé) de mogelijkheid krijgt om een alternatieve huurder aan te dragen welke middels een indeplaatsstelling in de plaats mag treden van huurder. Verhuurder dient in te stemmen c.q. akkoord te gaan met een door huurder aan te geven solvabele huurder [6] ”Volgens Wilms Beleggingen kan uit deze passages, in onderlinge samenhang beschouwd, worden afgeleid dat [gedaagde] zich als hoofdelijk schuldenaar naast Greens & Garden jegens Wilms Beleggingen heeft verbonden. [gedaagde] heeft dit weersproken.
Concrete aanwijzingen waaruit volgt dat (de makelaar van) [gedaagde] redelijkerwijs had moeten begrijpen dat Wilms Beleggingen wenste dat hij hoofdelijk naast Greens & Garden aansprakelijk zou zijn, zijn in de rest van de verklaring van de makelaar niet te vinden.
De kantonrechter begroot de proceskosten als volgt:
De door [gedaagde] over laatstgenoemd bedrag gevorderde rente is toewijsbaar als na te melden.