Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
[medeverdachte 2] zegt, ik ga deze auto niet heet maken, zegt ie”. [naam 2] zegt in datzelfde chatgesprek onder meer
"Ik ga m laten instappen”en
“Ik ga m niks aandoen, in die auto. Ik ga m brengen naar meertje ofzo".[medeverdachte 3] zegt
"pas op, er staat er eentje mee te kijken van zijn kant".[medeverdachte 2] heeft verklaard dat de verdachte [naam 2] is. [medeverdachte 2] zat tijdens de ontmoeting en dus ook tijdens dit chatgesprek als bestuurder in de Audi. De verdachte stond tijdens dit chatgesprek bij [slachtoffer], zo leidt de rechtbank af uit de inhoud van het gesprek en het tijdstip waarop de berichten zijn verstuurd, een en ander bezien in samenhang met de overige gebruikte bewijsmiddelen. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat het de verdachte is geweest die onder de naam [naam 2] deelnam aan dit chatgesprek. Uit de inhoud en toon van dit chatgesprek blijkt dat de (geplande) ontmoeting en het gesprek tussen de verdachte en [slachtoffer] een verre van gemoedelijk karakter had. De verklaring van [slachtoffer] wat betreft de woorden die de verdachte tegen hem heeft gezegd over een kofferbak, lijken bovendien in lijn met wat de verdachte tegen [medeverdachte 3] zegt over het in een auto laten stappen van [slachtoffer].
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen een persoon, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;en
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt begaan door twee of meer verenigde personen.
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
3 (drie) maanden.