Uitspraak
VONNIS TOELATING WSNP
[schuldenaar 1]geboren op: [geboortedatum 1] 1979 te [plaats 1]
en:
[schuldenaar 2]geboren op: [geboortedatum 2] 1985 te [plaats 2]
beiden wonende te: [plaats 3]
hierna te noemen: schuldenaren
1.Samenvatting
2.Beslissing van de rechtbank
3.Gevolgen voor schuldenaren
- Schuldenaren moeten zich gedurende de komende maanden houden aan de verplichtingen van de wsnp. In het eerder toegestuurde stappenplan bij de oproepbrief staat wat die verplichtingen zijn.
- Zo lang de wsnp duurt, mogen schuldeisers geen betaling eisen voor de al bestaande schulden.
- Als schuldenaren zich aan alle verplichtingen houden, komen zij in aanmerking voor de schone lei. Als schuldenaren zich niet aan de verplichtingen houden, kan de wsnp (eerder) worden beëindigd zonder schone lei. Schuldeisers kunnen schuldenaren dan weer tot betaling dwingen.
4.Redenen voor deze beslissing
- De rechtbank stelt vast dat schuldenares voldoet aan de toelatingseisen. De rechtbank zal haar daarom toelaten tot de wsnp.
- Schuldenaar heeft een schuld aan het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), omdat aan hem een verkeersboete is opgelegd. Die schuld heeft tot gevolg dat schuldenaar in beginsel niet kan worden toegelaten tot de wsnp, omdat de schuld niet te goeder trouw is ontstaan.
- De rechtbank zal schuldenaar toch toelaten tot de wsnp, omdat aannemelijk is dat schuldenaar de omstandigheden die bepalend waren voor het ontstaan van de schuld aan het CJIB inmiddels onder controle heeft. Daarvoor is vooral van belang dat schuldenaar de boete heeft opgelopen met de bedrijfsbus van zijn voormalige onderneming. Schuldenaar is inmiddels niet meer in het bezit van een voertuig en zijn onderneming heeft hij beëindigd.
- Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 20 december 2024
- Schuldenaren hebben op 1 oktober 2024 in het minnelijk voortraject hun eerste aflossing gedaan. Ook in de maanden daarna hebben zij maandelijks afgelost. Daarnaast hebben zij in december 2024 nog een extra aflossing gedaan van
- De rechtbank zal vervolgens beoordelen of de periode vanaf de eerste aflossing tot aan de datum van de uitspraak tot toepassing van de wsnp geheel of gedeeltelijk in mindering komt op de termijn van de wsnp. Daarvoor is van belang of schuldenaren zich tijdens het minnelijk traject maximaal hebben ingespannen om zoveel mogelijk te sparen voor hun schuldeisers. Mocht de schuldenaar tijdens het minnelijke voortraject volgens de daarin geldende normen te weinig hebben afgelost of gespaard dan kan de rechtbank de termijn van de schuldsanering verlengen.
- Schuldenares ontving gedurende het minnelijk traject een WIA-uitkering en hoefde daarom niet te werken, Van schuldenaar mocht verwacht worden om minimaal 36 uur per week te werken. Vast staat dat schuldenaar gemiddeld ongeveer 16,5 uur per week heeft gewerkt en niet heeft gesolliciteerd naar meer uren werk. Daarmee heeft schuldenaar tijdens het minnelijk traject niet volledig aan zijn inspanningsplicht voldaan.
- Bij de bepaling van de lengte van de termijn van de wsnp zal de rechtbank daarom rekening houden met de periode in het minnelijk traject dat schuldenaar niet volledig aan zijn inspanningsverplichting heeft voldaan.
- De conclusie is dat schuldenaar over de periode van oktober 2024 tot en met maart 2025 in totaal ongeveer 526 uren (273 + 253 uur) te weinig heeft gewerkt en dus niet het maximaal haalbare heeft gespaard voor zijn schuldeisers. De rechtbank houdt daarbij geen rekening met de extra aflossing van € 1.500,00 die schuldenaren hebben gedaan, omdat zij de teruggave van de Belastingdienst ook aan de boedel van de wsnp hadden moeten afdragen als schuldenaar in het minnelijk traject wel maximaal had voldaan aan zijn inspanningsverplichting.
- De rechtbank zal daarom de termijn van de wsnp met drie maanden verlengen om de uren die schuldenaar te weinig heeft gewerkt in het minnelijk traject te compenseren. Dat betekent dat de rechtbank de looptijd van de wsnp zal bepalen op 21 maanden in plaats van de reguliere 18 maanden, te rekenen vanaf 1 oktober 2024 en eindigend op 1 juli 2026.
5.Stukken waarop dit vonnis is gebaseerd
- Het verzoekschrift
- De aantekeningen van de zitting die op 11 maart 2025 plaatsvond. Op deze zitting zijn schuldenaren en [plaats 3] namens Zaffier (schuldhulpverlener) verschenen.
6.Andere gevolgen van dit vonnis
- De rechtbank benoemt tot rechter-commissaris: mr. M.P. de Valk
- De rechtbank benoemt tot bewindvoerder:
[bewindvoerder]
[bewindvoerder].