Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 27 februari 2025;
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] van 6 december 2024 (digitale paginanummering 31-33);
- het proces-verbaal van bevindingen van 6 december 2024 (digitale paginanummering 38).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
18 (achttien) maanden.
[benadeelde 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.500,- (tweeduizend vijfhonderd euro), als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 december 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 2.500,- (tweeduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 december 2024 tot aan de dag der algehele voldoening. Indien de schadevergoedingsmaatregel niet of niet volledig wordt voldaan, kan gijzeling worden toegepast met een totale maximumduur van 35 dagen. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.