Uitspraak
VONNIS TOELATING WSNP
geboren op: [geboortedatum] 1967 te [plaats 1]
wonende te: [plaats 2]
1.Samenvatting
2.Beslissing van de rechtbank
3.Gevolgen voor schuldenaar
- Schuldenares moet zich gedurende de komende maanden houden aan de verplichtingen van de wsnp. In het eerder toegestuurde stappenplan bij de oproepbrief staat wat die verplichtingen zijn.
- Zo lang de wsnp duurt, mogen schuldeisers geen betaling eisen voor de al bestaande schulden.
- Als schuldenares zich aan alle verplichtingen houdt, komt zij in aanmerking voor de schone lei. Als schuldenares zich niet aan de verplichtingen houdt, kan de wsnp (eerder) worden beëindigd zonder schone lei. Schuldeisers kunnen schuldenares dan weer tot betaling dwingen.
4.Redenen voor deze beslissing
- De rechtbank stelt vast dat schuldenares voldoet aan de toelatingseisen.
- Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 20 december 2024
- De termijn van de schuldsaneringsregeling bedraagt anderhalf jaar, te rekenen van de dag van de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling, dan wel de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, aanhef en onder f, van de Faillissementswet (Fw), indien die dag eerder is gelegen.
- Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 20 december 2024 is de rechtbank (ambtshalve) van oordeel dat er aanleiding bestaat om een eerder aanvangsmoment van de termijn van de schuldsaneringsregeling te bepalen dan het moment waarop de schuldsaneringsregeling met dit vonnis wordt toegepast. De schuldhulpverlener en schuldenares hebben de rechtbank geïnformeerd dat schuldenares op 16 juli 2024 met schuldhulpverlening is gestart en dat schuldenares gedurende het minnelijk voortraject een bedrag van in totaal ongeveer € 2.500,- heeft gespaard ten behoeve van haar schuldeisers. Zij had weliswaar geen afloscapaciteit, maar zij heeft zuinig geleefd en wat zij aan het einde van de maand overhield gespaard. Dit zijn aflossingen in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling zoals bedoeld in artikel 349a lid 1 Fw. Omdat schuldenares vanaf aanvang van het minnelijk traject heeft gespaard en ook haar voordien gespaarde geld ter beschikking heeft gesteld, zal de rechtbank het aanvangsmoment van de termijn van de schuldsaneringsregeling vaststellen op 16 juli 2024, de datum voorop het minnelijk voortraject is gestart.
5.Stukken waarop dit vonnis is gebaseerd
- Het verzoekschrift
- De aantekeningen van de zitting die op 25 februari 2025 plaatsvond. Op deze zitting zijn schuldenares, dhr. [betrokkene 1], beschermingsbewindvoerder, en mevr.
6.Andere gevolgen van dit vonnis
- De rechtbank benoemt tot rechter-commissaris: mr. M.P. de Valk
- De rechtbank benoemt tot bewindvoerder: