ECLI:NL:RBNHO:2025:2127
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Ambtshalve toetsing van de (pre)contractuele informatieplichten in een kinderopvang-zaak met betrekking tot oneerlijke bedingen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 februari 2025 een verstekvonnis gewezen in een civiele procedure tussen Holland Op Stoom B.V. en een niet verschenen gedaagde partij. De eisende partij vorderde betaling van € 2.650,86, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, op basis van een overeenkomst op afstand. De kantonrechter heeft ambtshalve de (pre)contractuele informatieplichten getoetst, zoals vastgelegd in de artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek. Het bleek dat de eisende partij niet voldoende had onderbouwd dat zij aan deze informatieplichten had voldaan, met name met betrekking tot het wettelijk herroepingsrecht. De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij de consument niet op duidelijke wijze had geïnformeerd over deze rechten, wat leidde tot een verlenging van de herroepingstermijn. Daarnaast werd vastgesteld dat de algemene voorwaarden niet als duurzame gegevensdrager konden worden aangemerkt, omdat de gedaagde partij niet op de hoogte was gesteld van de mogelijkheid om deze op te slaan. De kantonrechter heeft de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd en de vordering tot betaling van de hoofdsom tot € 1.958,43 toegewezen, terwijl de buitengerechtelijke incassokosten en de gevorderde rente werden afgewezen. De gedaagde partij werd veroordeeld in de proceskosten, met een specifieke toewijzing van het griffierecht.