ECLI:NL:RBNHO:2025:1605
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen intrekking van besluit tot openbaarmaking van e-mails
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar tegen het besluit van verweerder van 18 januari 2022 beoordeeld. Eiseres, een raadslid uit Zaandam, had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van een eerder besluit van 9 juni 2021, waarin werd besloten om bepaalde e-mails openbaar te maken. De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad het bezwaar op onjuiste gronden niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank stelt vast dat de intrekking van het besluit wel degelijk rechtsgevolg heeft en dat eiseres recht heeft op een inhoudelijke beslissing op haar bezwaar.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak. Tevens moet verweerder het griffierecht aan eiseres vergoeden. De uitspraak is gedaan op 21 februari 2025 door mr. A.H. de Regt, in aanwezigheid van griffier mr. J.H. Bosveld. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen de intrekking van het besluit, omdat zij van mening was dat haar juridische positie hierdoor werd aangetast. De rechtbank concludeert dat het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard, omdat de intrekking van een besluit altijd rechtsgevolg heeft en dus als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht moet worden aangemerkt.