Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Jeugdbescherming Regio Amsterdam,
[de pleegouder 2],
1.Het verloop van de procedure
- het perspectiefbesluit en het adviesverslag van het perspectiefonderzoek van Levvel, ontvangen van de GI op 7 juli 2025;
- de verwijsbrief van de huisarts van de moeder van 19 juni 2024 en de brief van het FACT van 28 augustus 2025, ontvangen van de GI op 29 augustus 2025;
- de brief van de pleegouders, ontvangen op 1 september 2025.
- de pleegouders;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] .
2.De feiten
3.Het verzoek van de GI
4.De standpunten van de belanghebbenden
family lifewordt doorkruist en dat niet wordt voldaan aan de strikte voorwaarden voor beperking van dit recht. De moeder onderschrijft weliswaar de veilige gehechtheidsrelatie tussen [de minderjarige] en de pleegouders en zijn positieve ontwikkeling in het pleeggezin, maar is van mening dat die omstandigheden de inbreuk op het recht van de moeder op gezinsleven niet rechtvaardigen en ook niet de conclusie kunnen dragen dat niet wordt toegewerkt naar een uitbreiding van de zorg door de moeder en (vervolgens) de terugplaatsing van [de minderjarige] bij de moeder. Volgens de moeder wordt in het perspectiefbesluit van de GI onvoldoende rekening gehouden met de bestendiging van de positieve ontwikkelingen aan de zijde van de moeder – ook na het uitbrengen van het adviesverslag van het perspectiefonderzoek van Levvel – en met de stabiele woonsituatie die ze voor zichzelf, [de minderjarige] (en zijn halfzus [halfzus] ) heeft gecreëerd. Het is in het belang van [de minderjarige] dat (verder) wordt gewerkt aan het versterken van de moeder-kindrelatie en op korte termijn wordt toegewerkt naar een uitbreiding van de zorg voor [de minderjarige] door de moeder, ook als de moeder in [plaats] blijft wonen. Vervolgens is het aan de rechtbank om begin 2026 te bepalen waar het perspectief van [de minderjarige] moet komen te liggen en welke rol de moeder in het leven van [de minderjarige] kan vervullen.
5.De beoordeling door de rechtbank
De beslissing
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.