Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 oktober 2025 in de zaken tussen
[eiseres] , wonende te [woonplaats] , eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst te Eindhoven, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
van de Algemene wet rijksbelastingen).
vergezeld van schriftelijke bewijsstukkenaangaande de ontvangen erfenissen, bankrekeningen in [land] , omwisselen van [land] naar Euro's en Britse ponden, reisbewegingen naar [land] . U dient uw reactie per post te
29 september 2020 een herinnering is verzonden. Ook op de herinnering heeft belastingplichtige niet gereageerd zodat op
11 november 2020 een informatiebeschikking is verzonden aan belastingplichtige. Ook op de informatiebeschikking is geen reactie ontvangen. (…)
Tijdens het verhoor op 22 maart 2020 verklaart [eiseres] dat het geld van haar is. Dit wordt op 22 maart 2020 tevens bevestigd door haar ex echtgenoot en tweemaal door haar dochter. Ook de zoon van [eiseres] heeft verklaard dat het geld van zijn moeder was, al zat hij op het moment van de verklaring mogelijk in een psychose. Tijdens het verhoor in juni 2020 heeft [eiseres] plots een ander verhaal en verklaart zij dat het geld van haar zoon zou zijn en zij niet wist dat er zoveel geld in haar woning aanwezig was. De verklaring van juni 2020 vinden wij niet geloofwaardig, mede omdat zij op 22 maart 2020 zelf heeft verklaard dat het geld van haar was en zij tevens haar dochter opdracht had gegeven geld uit de woning veilig te stellen. Ook de verklaring dat het geld uit erfenis afkomstig zou zijn vinden wij niet aannemelijk. De dochter heeft op 22 maart 2020 verklaard dat moeder het geld telkenmale tot het maximaal vrijgestelde bedrag op haar vlucht vanuit [land] meegebracht zou hebben naar Nederland. (…) Daarnaast heeft de ex echtgenoot (…) verklaard dat het geld pas in de laatste week voor 22 maart 2020 naar Nederland is gekomen. Indien het geld daadwerkelijk pas één week voor 22 maart 2020 naar Nederland is gekomen en het merendeel van het aangetroffen geld in de munteenheid Euro is zou [eiseres] moeten kunnen aantonen door wie dit geld is meegenomen vanuit [land] (vliegticket) en dat dit geld in [land] in de valuta Euro is opgenomen dan wel naar de valuta Euro is gewisseld.
Ik stel me op het standpunt dat de gelden afkomstig zijn uit een niet nader bekende bron en onderdeel uitmaken van resultaat overige werkzaamheden.
24 maart 2015 tot 20 maart 2015 een bedrag groot € 11.773,93 benodigd had om in haar levensonderhoud te voorzien. [Eiseres] kan derhalve maximaal € 28.784 gespaard hebben, wat in de woning aanwezig kon zijn per 20 maart 2020.
€ 102.220.
24 maart 2015 tot 20 maart 2020) is verworven. De correctie Resultaat Overige Werkzaamheden bedraagt:
(…)”
Geschil en standpunten van partijen7. In geschil zijn de aangebrachte correcties op het aangegeven belastbaar inkomen van € 5.111 (resultaat uit overige werkzaamheden en bijdrage-inkomen Zvw) en € 94.502 (grondslag inkomen uit sparen en beleggen).
wegingsfactor 1).
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar en bepaalt dat deze uitspraak in plaats komt van de vernietigde uitspraken op bezwaar;
- vernietigt de aanslag Zvw;
- vermindert de aanslag IB/PVV tot een berekend naar belastbaar inkomen uit werk en woning van € 3.213;
- vermindert de rentebeschikkingen dienovereenkomstig;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten die eiseres in verband met de bezwaar- en beroepsprocedure heeft moeten maken en stelt deze vast op € 2.461;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 51 aan eiseres te vergoeden.