Uitspraak
RECHTBANK noord-holland
1.De procedure
2.Het verloop van het ISD- traject en het standpunt van de inrichting
3.De standpunten
4.De beoordeling
5.De beslissing
wordt voortgezet.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 februari 2025 uitspraak gedaan over de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde, die momenteel gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam. De rechtbank heeft het verzoek van de veroordeelde en zijn raadsman om de ISD-maatregel te beëindigen afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de resterende duur van de ISD-maatregel voldoende is voor plaatsing en afronding van een behandeling in een kliniek. De rechtbank heeft de noodzaak van de voortzetting van de maatregel beoordeeld aan de hand van rapportages en het verloop van het ISD-traject. De veroordeelde heeft positieve ontwikkelingen doorgemaakt, maar er zijn nog zorgen over zijn middelengebruik en het recidiverisico. De rechtbank concludeert dat de ISD-maatregel moet worden voortgezet ter beveiliging van de maatschappij en om recidive te voorkomen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de wachtlijsten voor klinische opname een maatschappelijke realiteit zijn, wat de noodzaak van een alternatief plan voor de veroordeelde benadrukt. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank zich voldoende geïnformeerd achtte om de maatregel voort te zetten.